Varkenshouder en slachterij partners

Als varkenshouders meer marge uit hun productie willen halen, zullen ze samen moeten werken met de slachterij. Alleen die combinatie is volgens Gé Backus, directeur Connecting Agri & Food in staat om varkensvlees met extra kwaliteitskenmerken en daarmee een hogere marge in het schap van de supermarkt te krijgen.

Varkensvlees is op dit moment nog steeds veel te veel een ‘commodity’, oftewel niet veel meer dan een koopwaar of grondstof. Op dit anonieme product is geen hoge marge te behalen voor de varkenshouders, stelde Backus, tijdens het Praktijksymposium Hogere Varkensgezondheid in Venray. Het rendement op geïnvesteerd vermogen is bij varkenshouders dan ook het laagste van de gehele keten; gemiddeld 5 procent negatief.
Om het tij te keren zal varkensvlees uit de anonimiteit moeten komen. Volgens Backus moet de consument goed worden bediend, hij moet blij worden van het eten van varkensvlees. Dat kan door bijvoorbeeld meer aandacht te besteden aan de vleeskwaliteitskenmerken. Dat zijn zaken als vetzuursamenstelling en intra-musculair vet wat een positieve invloed op malsheid en sappigheid.

De smaakbeleving van de consument zit daarbij ook deels in de beleving. Als je een goed verhaal hebt over de houderij, dan smaakt het vlees beter. Wat dat betreft zou er meer uit het Beter Leven Keurmerk gehaald kunnen worden, denkt Backus. “Door de koppeling te maken tussen het vlees in de winkel en de varkenshouders uit de eigen steek die dit vlees leveren. Ga daarom ook eens praten met de eigenaar van de plaatselijke supermarkt en vraag welke eisen hij stelt aan het varkensvlees.”

Om meer marge te kunnen behalen zal varkensvlees veel meer een merkartikel moeten worden. Een merk waarvoor de consument naar de winkel komt en waar de retailer een goede omzet en marge mee kan behalen. Zo’n merk komt altijd in het schap.

Varkenshouders kunnen met behulp van genetica en voeding werken aan varkensvlees met meer kwaliteitseigenschappen als een betere zuurgraad (pH) bij het slachten een hoger aandeel intramusculair vet en dergelijke. Die extra inspanningen kunnen echter heel snel verloren gaan als transport en slachtproces niet optimaal verlopen. Daarom is volgens Backus een gezamenlijke inspanning van varkenshouders en slachterij nodig bij het opzetten van concepten. Varkenshouders en slachterij moeten dan samen goed afspreken op welke punten ze sturen. En dat moet dan passen bij de vraag vanuit de consument.