Fermenteren vergt zekerheden

Voor het fermenteren zijn twee zaken belangrijk: hygiënisch werken en warm water. Om het fermentatieproces vlot en zo gecontroleerd mogelijk te laten verlopen is warmte en kiemvrij water nodig. Zo krijgt de fermenterende mix van grondstoffen, warm water en bacteriemengsel zoveel mogelijk melkzuur.
De warmte wordt bij voorkeur uit het bedrijf gehaald bijvoorbeeld als restwarmte van de vergisting. Dit is de reden dat fermenteren momenteel erg populair is bij met name Duitse varkenshouders die mest op hun bedrijf vergisten, stelt fermentatiespecialist Ronald Scholten. Ook in Nederland is fermenteren volgens hem aan een opmars bezig. Zo investeerde varkenshouder Eric Kroef uit Bemmel 67.000 euro extra in zijn voerinstallatie om te kunnen fermenteren. Dit nam hij mee bij de bouw van zijn nieuwe stal in 2012.
Erik verwarmt het water via de warmtewisselaar in het luchtkanaal. Hierna wordt het water via de warmtepomp op 50 graden gebracht. In de fermentatietank wordt het grondstofmengsel met warm water en bacteriën gemengd en vervolgens begint het fermenteren bij de dan ideale temperatuur van 38 tot 40 graden.
Hygiëne is andere belangrijke aspect om fermenteren te laten slagen. Meestal pasteuriseren de varkenshouders de fermentatietanks met water van 70 graden. Zo worden schadelijke bacteriën, gisten en schimmels afgedood, vertelt Scholten. “Lukt dit niet dan dienen er andere zekerheden ingebouwd te worden zoals het laten persen van het te fermenteren grondstofmengsel. Dit doet Kroef bijvoorbeeld.
De waterkwaliteit dient ook optimaal te blijven voor een goede fermentatie. Kroef gebruikt hier een UV-lamp voor in zijn watertank. Daarnaast voegt hij twee keer per week 1,5 liter waterstofperoxide aan het water toe. Zo ontsmet hij het warme water.

Meer over Eric Kroef bij bedrijf in beeld.