NVWA kritisch over werkwijze covergisters

Onderzoek van NVWA op de uitvoeringsregeling Meststoffenwet wijst uit dat er nog veel verbeteringen nodig zijn bij covergisters. Bij drie op de tien van de gecontroleerde vergisters zijn comaterialen aangetroffen welke niet voldoen aan de wettelijke eisen.

Bij vier van zestig uitgevoerde onderzoeken is aangetoond dat er niet is voldaan aan de voorwaarde om minimaal 50 procent uitwerpselen van dieren in het te vergisten rantsoen te verwerken. Overtreders lopen een reëel risico op het kwijtraken van SDE+-subsidie. Dit blijkt uit het NVWA-evaluatierapport op de controle gebruik organische reststoffen, dat NVWA op 10 juni naar de Tweede Kamer stuurde.

In Nederland zijn rond de honderd covergisters actief. Tussen december 2012 en 1 november 2013 is NVWA gestart met 61 onderzoeken. Dit gebeurde bij 49 verschillende covergisters, een industriële vergister, een monovergister en tien leveranciers/ontdoeners. In totaal zijn 33 onderzoeken akkoord en 18 niet akkoord. Verder heeft NVWA 10 onderzoeken nog niet afgerond.

NVWA ziet voldoende aanleiding te concluderen dat er verontreinigde afval- en reststoffen worden weggemengd om onder de noemer van toegestane comaterialen af te zetten bij covergisters. Hierdoor komen organische reststoffen soms niet overeen met de fysieke reststof die op documententen vermeld staan. Het risico op het uitrijden van verontreinigde stromen afval- en reststoffen via digestaat op landbouwgrond is aanwezig.

Ook heeft NVWA in haar evaluatierapport vastgesteld dat digestaat volop geëxporteerd wordt als gewone varkensmest. Ontvangende lidstaten worden steeds kritischer op digestaat afkomstig uit Nederland.
EZ-staatssecretaris Sharon Dijksma is nu aan zet om iets met dit NVWA-onderzoek te doen.

Lees ook

Online kennissessies

Vitale Varkenshouderij

Meld je hier aan

Stelling

Loading

Weer

  • Donderdag
    10° / 3°
    70 %
  • Vrijdag
    12° / 3°
    30 %
  • Zaterdag
    17° / 4°
    70 %
Meer weer