Beren mesten: het kan anders

Tussen het mesten van intacte beren en het mesten van borgen zit een wereld van verschil. Beren groeien gemiddeld harder maar de koppels zijn minder uniform en onrustiger. Dat heeft niet alleen gevolgen voor het aflevermanagement maar ook voor het dierwelzijn en de vleeskwaliteit.

Uniforme koppels
In België kiest het merendeel van de varkenshouders ervoor om beren tijdens de mestperiode te vaccineren tegen berengedrag en berengeur. Vaccineren met Improvac stelt de puberteit van deze zogenaamde i-beren uit. Dat resulteert in koppels die zich rustig gedragen, zoals u dat van borgen gewend bent. Dankzij de uniformiteit van de koppels i-beren is de afleverstrategie een stuk eenvoudiger dan bij intacte beren. Daardoor ligt de gemiddelde bezettingsgraad per vleesvarkensplaats op jaarbasis hoger.
In Belgie beslissen varkenshouders zelf of ze beren intact mesten of vaccineren om berengedrag en berengeur te voorkomen.

Berengeur voorkomen
Alle grote supermarktketens bij onze zuiderburen verkopen op hun versafdelingen uitsluitend nog varkensvlees van niet-gecastreerde varkens of gaan dat op korte termijn doen. Ze laten hun varkenshouders vrij in de keuze om te vaccineren of beren te mesten. In dat licht kiezen Belgische varkenshouders massaal voor Improvac, omdat i-beren net zo gemakkelijk te mesten zijn als borgen. Bovendien voorkomt vaccineren dat vlees met berengeur in de keuken van de consument belandt. Dus beren mesten? Met i-beren heeft de varkenshouderij een volwaardig alternatief.