Focus bij vleesvarkens verleggen

De trend in de vleesvarkenshouderij is de laatste jaren vooral gefocust geweest op opbrengstprijs. Op zich niets mis mee omdat dit een belangrijk kengetal is voor de uiteindelijke voerwinst. Om een goede opbrengst te realiseren moeten de varkens perfect passen in het concept waarin geleverd wordt.

Ik heb me de laatste tijd veel bezig gehouden met analyses van resultaten. Vroeger was bijna standaard een conclusie dat tegenvallende cijfers één op één verband hielden met te veel spek op de varkens. De laatste maanden is dit steeds minder vaak het geval. We komen steeds dichter bij een plafond waarbij verdere vermindering van de spekdiktes nauwelijks iets oplevert.

Onderbouwing van bovenstaande conclusie is op zich ook niet zo moeilijk. Kijkend op de site van PVE is het mogelijk om de ontwikkeling van de binnenlandse slachtingen te bekijken. Vergelijken we de laatste 10 weken met dezelfde periode van vorig jaar dan zien we dat de vleespercentages gemiddeld met 0,25% zijn toegenomen. Dit correspondeert rechtstreeks met de spekdiktes. 0,25% vlees is ongeveer 0,4 mm spek. Het zelfde zien we ook bij onze buren. In dezelfde periode is in Duitsland de spekdiktes met ruim 0,5 mm afgenomen bij beren en gelten. Bij borgen is het zelfs 0,9 mm.

Het onderdeel in de vleesvarkenshouderij waar nu het meeste geld blijft liggen is de spreiding in het aflevergewicht. Dat blijkt ook duidelijk uit de analyses die ik maak. Vaak wordt een kwart tot een derde deel van de varkens buiten de ideale gewichtstrajecten geleverd. Daarbij valt op dat met name de te lichte varkens veel geld laten liggen. Zowel de kilo’s als de kilogramprijs vallen tegen. Minderopbrengsten van 20 tot 30 euro zijn geen uitzondering.

Een zorgvuldig gekozen afleverstrategie kan bovenstaand probleem deels verhelpen. Altijd zal de ondernemer in kwestie de keuze moeten blijven maken tussen vaker afleveren en daardoor meer onderbezetting accepteren of anderzijds gewichtsverschillen krijgen.
Op zich is dit spanningsveld niet op te lossen. Wel wil ik er voor pleiten om de gehele bedrijfsvoering nog eens tegen het licht te houden om te kijken of de gewichtsuniformiteit van de varkens gedurende de mestperiode valt te verbeteren.

Maatwerk bij opleg, gerichter voeren van beren en gelten, bepaalde hokken langer op luxere voeders houden, langzame groeiers in de vermeerdering met gewichtsvoorsprong opleggen in de mesterij.

Kortom: De uitdaging moet zijn om de verschillen aan het eind te voorkomen of te beperken. Daarmee zal uiteindelijk de bezettingsgraad hoger zijn. Bovendien zullen er minder varkens zijn veel minder opbrengen.

De nieuwe focus heet: Werken aan gewichtsuniformiteit!

Kasper Bekker
Regiomanager TOPIGS noord