Management: groep of individueel

Arno JoostenHoe moet mijn bedrijf en bedrijfsstructuur er uitzien om klaar te zijn voor de toekomst? Vanaf 2013 moeten we in de zeugenhouderij gaan werken met groepshuisvesting. Voor welk systeem kiest u? Een systeem met voerstations, vloervoedering, voerligboxen met uitloop, kleine groepen aan de trog? Elk van deze systemen heeft zijn eigen plussen en minnen, die bepalen of er uiteindelijk succesvol mee te werken is.

De kans van slagen bij elk systeem staat of valt voor een belangrijk gedeelte met de mogelijkheid hoe de ruimte in te delen en in te richten. Dat geldt zeker bij renovaties in bestaande stallen. Dit zijn belangrijke technische zaken.

Maar er is zit ook nog een managementkant aan de zaak. Hoe gaan we in de dagelijkse praktijk om met groepen en de individuele zeugen in de groep? Welke noodzaak is er om zeugen op gezette tijden in de cyclus een individuele benadering te geven? Het streven is om de groep zo lang mogelijk zo stabiel mogelijk te houden. Dit heeft niet alleen voordeel voor het productierendement, maar geeft ook meer rust op het gebied van gezondheid binnen het bedrijf.

Aan de basis van het maken en behouden van een stabiele groep staat een ‘strakke’ dekplanning. Het resultaat moet zijn dat de kraamhokken vol blijven. Dit horen we dan ook vaak wanneer we op bedrijven komen. Maar wat is nu een strakke dekplanning? Moeten we niet praten over een strakke dek- en drachtplanning? Dit met het oog op de totale economische rendementen.

Met een goed ingerichte inseminatiestal, waarin de berigheidsstimulatie goed kan worden uitgevoerd, mag het streven zijn dat minimaal 90% van de gespeende zeugen binnen een week na het spenen berig zijn geworden. Wordt dit nu al gerealiseerd op uw bedrijf? Voor het stabiel houden van de groepen, is dit natuurlijk al een eerste kritische succesfactor.

Krijgt elke individuele zeug vanaf het moment van spenen elke dag de gewenst noodzakelijke stimulatie en controle? Uit onderzoek blijkt dat de genoemde 90% dan een realistisch streven is en dat dit ook leidt tot een perfecte berigheid. En dan insemineren! Natuurlijk op het juiste moment. Kunst is dat de zeug drachtig wordt en zoveel mogelijk kwalitatief goede biggen in de volgende worp krijgt. Het juiste moment is het moment dat de zeug een perfecte stareflex heeft.

Of zoals één van mijn collega’s altijd zegt, ze moet dusdanig blijven staan dat ze door een beer gedekt zou kunnen worden. Dit vraagt dus niet alleen een bepaalde intensiteit van de stareflex, maar ook gedurende een bepaalde tijd. Uiteindelijk dus een individuele benadering en registratie van zeugen, oftewel individueel management.

Nu nog met het op maat gemaakte voerschema de groep in!

Arno Joosten
Manager Sales & Service
Varkens K.I. Nederland

Online kennissessies

Vitale Varkenshouderij

Meld je hier aan

Stelling

Loading

Weer

  • Vrijdag
    12° / 4°
    30 %
  • Zaterdag
    17° / 7°
    70 %
  • Zondag
    18° / 11°
    50 %
Meer weer