Moeilijke mestmarkt

Het wordt jaarlijks steeds moeilijker mest en fosfaat af te zetten. Vorig jaar ontstond een overschot van zes tot elf miljoen kilo fosfaat van de ongeveer 180 miljoen totale productie. Voor 2011 wordt verwacht dat het fosfaatoverschot oploopt tot maximaal 22 miljoen kilo. 

Het LEI bracht de mestmarkt in het rapport ‘Synthese monitoring mestmarkt 2006-2010’ in beeld. In de Nederlandse landbouw kwam afgelopen jaar ongeveer 40 procent van de Nederlandse mest terecht. Een derde werd geëxporteerd en een vijfde diende als brandstof in energiecentrales of is verwerkt.

Grootste deel varkensmest naar Nederlandse landbouw
De afzetkanalen zijn voor elke mestsoort anders. Voor varkensmest geldt dat 75 procent afgezet werd in de Nederlandse landbouw, voornamelijk in de vorm van bedrijfsvreemde mest.

Stikstofnorm en kunstmestfosfaat werken afzet tegen
Het fosfaatoverschot is deels te wijten aan de stikstofnorm, waardoor minder mest op grasland afgezet kan worden (tien miljoen kilo). een andere rol speelt de hoeveelheid kunstmestfosfaat die door de landbouw wordt gebruikt op bouwland. Maar het fosfaatoverschot zou ondanks het compleet omgooien van kunstmest naar dierlijke mest nog niet geheel verdwijnen.

Kansen voor verwerking
Het LEI ziet op korte termijn geen mogelijkheden om het overschot binnen de landbouw te laten verdwijnen. Een (kortetermijn)oplossing vormt export, voor de lange termijn wijzen de onderzoekers op mogelijkheden als fosfaatvermindering in het voer en de verwerking van mest tot andere producten. 

Bedrijfsleven begint zicht te roeren
Ook uit het bedrijfsleven komen soortgelijke geluiden. Ben Rooyackers van Mestac ziet op het gebied van mestverwerking een grote uitdaging, waarop nu ingespeeld kan en moet worden. Op dit moment zijn er te weinig verwerkingsinstallaties in Nederland. Ook als uitgegaan wordt van de meest voorzichtige schattingen van het mestoverschot, dan zijn er meer verwerkers nodig, zegt Rooyackers. “Voordat we het minimaal benodigde aantal verwerkers hebben staan, kunnen we al veel meer inzicht hebben in de richting die we opgaan, evenals de ontwikkelingen in (overheids)beleid en nieuwe technieken. Dan kan best blijken dat we bijvoorbeeld aan dat minimale aantal genoeg hebben. Maar ook die staan er nog niet. Laten we dus nu de handschoen oppakken en aan de slag gaan. Vooral met het ontwikkelen van locaties."