Verbazing over formules

Op 1 oktober dit jaar introduceren slachterijen een ander prikpistool: de CGM. Even wennen zo'n moeilijke afkorting in het Frans. CMG betekent namelijk ‘Capteur Gras Maigre’ oftewel ‘schraal vet sensor’.

Raar dat in die naam geen vlees,maar juist vet of spek wordt genoemd. Ik dacht dat we in Nederland vooral bezig waren met het produceren van mager vlees. Al met al is de vervanging van het prikpistool ook weer niet een heel hot item.

In de afgelopen 15 jaar waren er vaker discussies over invoering van bijvoorbeeld Vision of Autofom. Uiteindelijk zijn het slechts hulpmiddelen bij de vaststelling van de waarde van het varken. Daarbij is de naam, het type of de systematiek eigenlijk van ondergeschikt belang.

Ook de hoogte van de waardes die worden gemeten doet er eigenlijk niet zo toe. Het gaat erom dat de gemeten waarden correct worden omgezet in eerlijke betrouwbare uitbetalingssystemen. De keuze voor een ander meetapparaat kun je als mededeling afdoen.

Mijn verbazing ligt dan ook niet zozeer bij de keuze voor een ander prikpistool, maar bij de vooraankondiging dat ook de formules worden aangepast. De invloed van de spekdikte op het nieuwe vleespercentage is nog maar 88 procent van wat de invloed nu is.

De impact van de spierdikteverschillen op het vleespercentage is nog beduidend groter. In het voorgestelde systeem heeft de spierdikte nog maar 15,6% van de invloed die zij nu heeft. En die invloed was in vergelijking met Duitsland al niet erg hoog.

Ik weet dat dit allemaal moeilijke berekeningen zijn die op het eerste oog nauwelijks iets zeggen. Daarom nog een andere manier van uitleg. Eén procent meer vlees vraagt 1,52 mm minder spek of 48,3 mm meer spier. Meer dan 80 procent van de varkens heeft een spierdikte tussen 50 en 70 mm. Kortom: de invloed van de spierdikte op het vleespercentage wordt nagenoeg nihil.

De ‘schraal vet sensor’, lijkt daarmee wel een goed gekozen naam. Om te sturen en te belonen naar kwaliteit, is deze formule als alleenstaand instrument ontoereikend. Het zal de slachterijen er toe dwingen om naast het vleespercentage ook andere waarderingssystemen te hanteren. Daarmee is de uniformiteit en de vergelijkbaarheid waarschijnlijk nog verder weg.

Als uiteindelijk alleen de spekdikte het vleespercentage bepaalt, is de invoering van een nieuw apparaat een ingewikkelde en dure weg. Een spekmeter of een doodgewoon meetlatje is dan een veel goedkoper alternatief. CGM mag van mij worden ingevoerd.

Alleen moet het dan de afkorting zijn van: Correct Gehanteerd Meetlatje

Kasper Bekker
Regiomanager TOPIGS noord