Wat is de relevantie van vaccineren?

Alvorens we zeugen vaccineren, is het nuttig om te weten wat we kunnen verwachten. Het is dan ook belangrijk om te weten wat er speelt op het bedrijf en welke kiemen aanwezig zijn. Sommige ziektekiemen vertonen duidelijke symptomen waardoor we een eerste idee krijgen over de diagnose. Denk daarbij aan de typische huidletsels van vlekziekte, diarree bij de pasgeboren biggen en het voorkomen van mummies rond werpen. Maar vaak sluimeren ziekten door onze zeugenstapel, zoals PRRS, griep, Glässer en APP, en zij zijn niet altijd evident te diagnosticeren.

Uw bedrijfsdierenarts kan u begeleiden in het bepalen van de gezondheidsstatus van uw zeugenstapel en kan op zijn of haar beurt altijd rekenen op de ondersteuning en de service die de Hipra-specialisten aanbieden.

Tijdig vaccineren

Denk altijd kritisch na over het tijdstip van vaccinatie. Naast de tijd die het vaccin nodig heeft om bescherming op te bouwen, de onset of immunity, is de duration of immunity, de tijd dat het vaccin effect is, belangrijk. U moet dus zowel op tijd zijn voor de eerste vaccinatie als opletten dat u niet te laat opnieuw gaat boosteren.

Herbekijk regelmatig uw vaccinatieschema van zowel uw gelten als van uw zeugen. Uw bedrijfsdierenarts kan u hierbij ondersteunen.

Zeug en big beschermen

Zeugenvaccins worden toegediend om een actieve weerstand op te bouwen. Met andere woorden om de zeug zelf te beschermen. Anderzijds geven zeugen hun weerstand ook door aan hun biggen, de passieve immuniteit. Zeugenvaccinaties worden vaak einde dracht toegediend, zodat de antistoffen op hun hoogste concentratie zitten wanneer de biest wordt geproduceerd. Als gevolg daarvan kunnen de biggen de hoogste concentratie opnemen na de geboorte.

Biestmanagement en biestopname

Wanneer de bescherming en de antistoffen in de zeug zijn opgebouwd, is het zaak dat deze bescherming overgaat naar de biggen. Daarom is het goed om uw biestmanagement en de biestopname na te gaan en gebruik te maken van de Biestcheck. Deze service van Hipra kan, aan de hand van de concentratie aan antistoffen tegenover vlekziekte, nagaan of de biggen voldoende biest en dus ook afweerstoffen opnemen.

Bij deze check wordt er bloed afgenomen bij tien zeugen van verschillende pariteiten en bij elke zeug ook nog eens bij drie van haar eigen biggen. We kijken naar de hoeveelheid antistoffen die we bij de zeugen en bij haar biggen terugvinden. Ook bekijken we de procentuele verhouding ten opzichte van de hoeveelheid in het bloed van de moederzeug.

Als een big 90 procent of meer antistoffen heeft ten opzichte van de zeug, dan spreken we van een goede opname. Afhankelijk van hoeveel biggen onvoldoende biest hebben opgenomen, moeten we verder zoeken naar oorzaken gelegen bij de zeug – biestproductie en uierontsteking – of in de omgeving van de kraamstal.

Op de vraag of u vaccineert voor alle nodige kiemen of voor iets wat minder relevant is op uw bedrijf hangt af van de gezondheidsstatus van uw veestapel. Hierbij speelt zowel de actieve als de passieve immuniteit op relevante kiemen een belangrijke rol. Check regelmatig welke kiemen er op uw bedrijf aanwezig zijn en pas uw zeugenvaccinatieschema hierop aan.