Wat kiest u bij vaccinatie tegen kraamstaldiarree?

In veel gevallen wordt er met PCR-testen in mestmonsters gezocht naar verschillende virulentiefactoren en toxines die bacteriën bij zich dragen of kunnen produceren. Denk bijvoorbeeld aan de verschillende toxines die Clostridium perfringens type A kunnen produceren. Het belangrijkste toxine dat Clostridium perfringens type A produceert, is het a-toxine, maar er wordt ook regelmatig gezocht naar ß2-toxine. Dit laatste toxine werd in het verleden aangemerkt als mogelijke virulentiefactor, terwijl in de recente literatuur geen relatie is aangetoond tussen het voorkomen van ß2-toxine en ziekte (Diseases of swine, 11th edition). Ook voor E. coli wordt er regelmatig gezocht naar verschillende aanhechtingsfactoren en toxines. Bij kraamstaldiarree spelen namelijk F4, F5, F6 en het LT-toxine een rol, terwijl bij slingerziekte F18 en het verotoxine een rol spelen.

Er zijn diverse vaccins op de markt die bescherming bieden tegen verschillende combinaties van bacteriën, virulentiefactoren en toxines. Het is daarom van belang om samen met uw dierenarts de diagnostiek goed te interpreteren en op basis daarvan het best passende vaccin(s) voor uw bedrijf te kiezen. Zeker voor ziekteverwekkers die zowel bij zieke als gezonde dieren aangetoond kunnen worden, is het essentieel om rekening te houden met de hoeveelheid aangetoonde bacteriën of genen voor toxineproductie. Sectie, waarbij aan de hand van microscopisch onderzoek wordt bekeken of er darmschade veroorzaakt is door de ziekteverwekkers, geeft het meest complete beeld.

Als het plaatje compleet is, kiest u dan voor bescherming tegen verschillende toxines van dezelfde ziekteverwekker of voor bescherming tegen een extra ziekteverwekker?

Hipra legt zich uitsluitend toe op de ontwikkeling en productie van vaccins die innovatief en uniek zijn. Daarom is het antwoord voor Hipra vanzelfsprekend: 'een extra ziekteverwekker'. In beide Hipra-vaccins tegen kraamstaldiarree is een unieke component toegevoegd, waardoor ze zich duidelijk onderscheiden van de andere vaccins die op de markt zijn. Wanneer beide vaccins worden ingezet, geven ze bescherming tegen kraamstaldiarree door E. coli, C. perfringens type A en C en C. difficile (unieke component). Er is tevens bescherming tegen acute zeugensterfte door C. novyi, de tweede unieke component.

Hipra biedt daarnaast geavanceerde diagnostische services en een totaalaanpak voor kraamstaldiarree, waarmee de dierenarts en veehouder ondersteund worden.

Bent u benieuwd welke bacteriële ziekteverwekkers een rol spelen bij de kraamstaldiarree op uw bedrijf en welke aanhechtingsfactoren en toxines aanwezig zijn? Vraag uw dierenarts naar de EnteroCheck of neem direct contact op met een van onze specialisten: Maartje Wilhelm (06) 82645058, Josine Beek (06) 82991395, Linda Peeters (06) 14310007 of Theo Vercammen (06) 30249632.