Kostprijsverschil gevolg van nationaal beleid

In antwoord op Kamervragen heeft staatssecretaris Dijksma afgelopen week via een brief laten weten dat zij niet van plan is om de hoge kostprijs voor de Nederlandse varkenssector verder te onderzoeken. De vragen volgden op een Interpig-rapport over 2013 waaruit bleek dat het kostprijsverschil tussen Nederlandse varkensboeren en varkenshouders in andere Europese landen 19 cent per kilo geslacht-gewicht bedroeg.

De verwijzing van Dijksma naar de EU-regels als verklaring voor het grote kostprijsverschil is opmerkelijk omdat alle Europese landen met die regels te maken krijgen. Een meer logische verklaring zou dan ook de opeenstapeling van nationale en lokale regelgeving bovenop Europese regels zijn.

Zo hebben Nederlandse regels op het gebied van luchtkwaliteit bijvoorbeeld geleid tot de aanschaf van dure luchtwassers (+4 cent). Tegelijkertijd worden Nederlandse varkensboeren geconfronteerd met een mestverwerkingssysteem waar een hoog prijskaartje aan hangt (+8 cent). Daarnaast zijn de Nederlandse varkensboeren ook de enige boeren in Europa die te maken hebben met dierrechten die voortkomen uit nationale regels op het gebied van dierenwelzijn (+2 cent).

Omdat het Interpig-rapport alweer een paar jaar oud is zijn de gevolgen van recente overheidsmaatregelen voor de kostprijs nog onbekend. Toch zullen ook de invoering van de klepkeuring en het verdrag dat Nederland, Denemarken en Duitsland onlangs met elkaar hebben gesloten om het dierenwelzijn verder te verbeteren, de kostprijs nog verder onder druk zetten. De uitvoering van een nieuw kostprijsvergelijkingsonderzoek is daarom broodnodig.

Terwijl de Nederlandse overheid op eigen houtje nieuwe beleidsmaatregelen op het gebied van milieu en dierenwelzijn invoert en daarmee de varkensboeren op kosten jaagt, houden veel andere landen zich wijselijk stil. Zoals wel vaker lopen we weer eens te ver op de troepen vooruit waardoor de verschillen tussen Nederland en de andere Europese lidstaten alleen maar groter dreigen te worden. Verschillen die nu nog overbrugbaar lijken, maar op de lange termijn niet meer overbrugbaar zijn.

Annie Schreijer-Pierik
Europarlementariër