(Hoe) houdt u varkens in 2030?

We generaliseren wat af als we het hebben over de varkenssector en de wijze waarop we varkens willen (gaan) houden. En laten we wel wezen, er bestaat in onze sector geen éénheidsworst! Neem alleen de drie miljoen varkens die we in Nederland produceren in negen concepten, benoemd in het rapport ‘In Concept naar Consument, veranderende vleesmarkt kans voor ketens’ van ABN Amro. Feitelijk zijn hieruit al twee miljoen speciaal gevraagde varkens beschikbaar voor de Nederlandse markt.
U, als ondernemer, bepaalt de toekomst van de sector met de beslissingen die u neemt, waar u tot over dertig jaar aan vast zit. Veel betrokkenen hebben niet scherp hoe uw bedrijven er in 2030 uitzien. Het is absoluut gewenst dat we als sector een gezamenlijk beeld destilleren over hoe de varkenshouderij er in 2030 uit zal zien. Daarmee is een discussie concreet te maken en kunnen we stappen voorwaarts zetten.
Op dit moment staat productie van varkens in concepten volop in de belangstelling. Binnen een paar jaar proberen we (opnieuw) varkens te produceren volgens de dan afgesproken conceptvoorwaarden. Dat betekent veel kapitaalsvernietiging als het gaat om stalaanpassingen. Immers, stallen gaan 30 jaar mee en de stalinrichting ook gauw 15 jaar. Het zijn dus compromissen, als je op korte termijn stappen wilt/moet zetten. En niemand kan de kosten van kapitaalsvernietiging op dit moment dragen! Door de snelheid waarmee we zaken bijstellen laten we echte dynamiek op lange termijn onbenut, is mijn stelling. Het is onhaalbaar om zelfs binnen 15 jaar de bedrijven om te laten schakelen van huisvestingssysteem. Daarbij zijn er, volgens onze schatting, over 15 jaar nog maar 1.200 zeugenbedrijven.

We moeten nadenken over de wijze waarop we varkens anno 2030 willen produceren. Bijvoorbeeld hoe is dan de huisvesting van de zeugen en biggen op de 1.200 bedrijven van dat moment. Dat zijn zéér waarschijnlijk andere bedrijven dan waar momenteel de conceptvarkens worden geproduceerd. Daarbij zullen de eisen moeten passen op bedrijven met een gemiddelde omvang van circa 800 zeugen.
Verder is het toekomstbeeld van de bedrijven in 2030 goed te gebruiken in de maatschappelijke discussies, denk ik. Het moet voor de sector te verkopen zijn dat we van 2.500 locaties nu, met ieder 1,5 hectare bouwblok met totaal 3.750 hectare bouwblok, terug gaan naar 1.200 locaties met 2,5 hectare bouwblok en daarmee 20% minder bouwblok nodig hebben. Op dit bouwblok past dan naast de varkenstak ook nog mestverwerking, neventakken en inpassing van de locatie in de omgeving.
Ook een thema als mestverwerking vraagt om de optelling van de inschatting van de bedrijven van de toekomst. Zullen in 2030 de bedrijven zelf de mest op hun locatie verwerken of zullen ze gebruik maken van collectieve kanalen?
Kortom, iedereen heeft belang bij een gedegen schets voor de bedrijven in 2030, als baken voor de te maken keuzes. Wellicht een moment (te) ver weg in de toekomst, waar de bedrijven voldoen aan de eisen aan de gestelde houderij. Als wisselgeld is iedereen daarbij wel gebaat bij flinke stappen op langere termijn, in plaats van gepuzzel binnen de ruimte in de bestaande stallen, zoals dat nu gebeurt. Anderzijds doet het veel minder pijn om aanpassingen op de bedrijven door te voeren omdat elke 15 jaar alle onderdelen van het bedrijf wel een keer worden aangepakt. Zeker weten dat de ondernemer na zal denken over hoe hij nu keuzes maakt, als zijn bedrijf ontwikkelt, als hij vertrouwen heeft in het punt waar hij in 2030 zal staan.
Een duidelijke visie over varkens houden anno 2030 is van groot belang voor sector, regio en ondernemer. Ik daag u uit!
 

Paul Bens
Directeur DLV Advies

Lees ook

Online kennissessies

Vitale Varkenshouderij

Meld je hier aan

Stelling

Loading

Weer

  • Zaterdag
    17° / 5°
    70 %
  • Zondag
    18° / 11°
    50 %
  • Maandag
    17° / 7°
    20 %
Meer weer