Geen vertrouwen in mestverwerking

Staatssecretaris Dijksma heeft er geen vertrouwen in dat er in 2015 genoeg mestverwerkingscapaciteit is. Dat concludeert zij op basis van een studie van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en Wageningen UR. Reden voor Dijksma om varkensrechten op zijn vroegst pas in 2018 af te schaffen.

PBL en WUR hebben daarbij gewerkt met twee scenario’s: één scenario van verplichte mestverwerking zonder productierechten en één scenario waarin naast verplichte mestverwerking productierechten voor melkvee, varkens en pluimvee van kracht zijn.
Wanneer de dierrechten worden afgeschaft is er voor maximaal 9 miljoen kilo fosfaat te weinig mestverwerking in 2020. Met dierrechten bestaat er volgens de onderzoekers een tekort aan mestverwerking voor maximaal 3 miljoen kilo fosfaat.

Groei veestapel
Uit het rapport blijkt dat er voor de periode tot 2020 geen groei in de intensieve veehouderij wordt verwacht, omdat daar het economische perspectief voor ontbreekt. In het scenario zonder dierrechten wordt wel rekening gehouden met een concentratie van het aantal varkens in Zuid-Nederland.
Zonder dierrechten zou er geen instrument zijn om de groei van de mestproductie op te vangen, bijvoorbeeld bij een terugkeer naar fosfaatrijker voer. En zij wijzen er op dat dierrechten een wettelijke borging van het met de Europese Commissie afgesproken fosfaatplafond van 2002 zijn.

Afzetruimte neemt af
De agrarische sector constateerde eerder in het rapport 'Koersvast naar 2020', dat er wel voldoende mestverwerking van de grond komt. PBL en WUR stellen vast dat de afzetruimte voor fosfaat uit dierlijke mest vanaf 2015 afneemt als gevolg van aanscherping van de gebruiksnormen. De sector houdt in het plan ‘Koersvast richting 2020’ geen rekening met de aanscherping van de normen en daarom zou er na 2015 een grotere verwerkingscapaciteit nodig zijn dan waar de sector van uit gaat.
De toename van het mestoverschot wordt de komende jaren dus niet veroorzaakt door groei van de veestapel, maar door krimp van de nationale afzetmogelijkheid.

Volgens het rapport is er in beide scenario’s een groei van de mestverwerkingscapaciteit nodig. Het gaat hierbij vooral om uitbreiding van de capaciteit om mest van varkens te verwerken.
Daarnaast zou een deel van de initiatieven in ‘Koersvast richting 2020’ niet tijdig wordt gerealiseerd. Als belangrijkste oorzaak wordt de procedure van vergunningverlening en financiering genoemd.