Rol varkenshouder bij ziekteverspreiding

De varkensdierenartsen van SUVITA hebben tijdens de Landbouwdagen Intensieve Veehouderij in Hardenberg bij een groot aantal varkenshouders een monster van de duim genomen. “Daarmee willen we laten zien dat varkenshouders zelf een belangrijke rol spelen bij het verspreiden van ziektekiemen”, stelt varkensarts Gerard van Eijden.

Van enkele tientallen tot honderden bacteriën vonden de varkensdierenartsen van Suvita. De meesten zullen onschadelijk zijn geweest, maar bij het behandelen van dieren kunnen er op de handen ook ziekteverwekkende bacteriën terecht komen. Zonder het wassen van handen of dragen van handschoenen verspreidt de dierverzorger die ziekteverwekkers dan van het ene naar het andere dier.
“Bij het behandelen van biggen is dat een punt van aandacht” zegt van Eijden. “Als je tomen netjes apart houdt, maar bij het behandelen van de biggen ziektekiemen via je handen verspreidt, helpt dat natuurlijk niet.”

Handen wassen is het devies
Na iedere toom moet de verzorger de handen wassen, is het devies. “Anders brengt hij ziekteverwekkers van de ene naar de andere toom. Handschoenen dragen is nog beter, die zijn glad en daarop kunnen bacteriën zich niet goed hechten. Je moet overigens ook dan na iedere toom de handen wassen en ontsmetten. En verder is tijdig wisselen van handschoenen nodig. Vooral als er biggenpoep opzit en zeker als zo’n dier diarree heeft.”
Goed handen wassen betekent overigens vooral ook goed afdrogen met een schone handdoek, of beter met papieren wegwerphanddoeken. Daarnaast zijn andere maatregelen als schone kleding, schoeisel nodig, net als bijvoorbeeld het gebruik nieuwe wegwerpnaalden bij iedere toom.