De kostprijs ligt weer op tafel

Afgelopen maandag presenteerde Wageningen UR Livestock Research de halfjaarlijkse kostprijsberekeningen van een big en een kilo varkensvlees. Een open berekening waarin alle kosten zijn verwerkt. Sommige varkenshouders vinden dat te veel openheid hun individuele posities schaadt. Anderen vinden dat onzin omdat de productie al zo standaard is dat de volgende schakels in de keten wel weten wat er op de varkenshouderijen gebeurt.

Frans van Heertum is varkenshouder in Schijndel. Hij vindt dat de sector af en toe wel eens te open is. “Je hebt soms wel eens het idee dat het tegen ons gebruikt wordt. De afnemers kennen onze kostprijs en gaan daar op zitten of liever er zelfs nog iets onder. We vertellen als sector ook hoe we technisch draaien. Een stijging van de biggenproductie is voor afnemers ook weer een aanbodsignaal waar ze op kunnen inspelen. Aan de andere kant wil ik als varkenshouder ook graag een referentie hebben over hoe ikzelf sta ten opzichte van andere varkensbedrijven. En dan is een stukje openheid juist weer nodig. Het is ook moeilijk te bewijzen of die openheid ons nu helpt of juist niet.”

Vleesvarkenshouder Gerard Driessen wil het graag nog wat breder trekken. “Ik ben wel voor openheid. Als je binnen een keten als serieuze partners met elkaar verder wilt, dan moet je van elkaar weten wat de kosten zijn. Dan moet bekend zijn wat minimaal nodig is om geld te blijven verdienen. Maar daar hoort dan ook openheid van de andere schakels bij. Dat is de basis voor een ander verdienmodel. Het is dan ook zaak te spreken over een zodanige margeverdeling dat iedereen geld kan blijven verdienen.”

Professor Ed Vosselman, hoogleraar Accounting aan de Radboud Universiteit in Nijmegen vindt de openheid over kengetallen logisch, zeker in een markt voor bulkproducten zoals de productie van varkensvlees. “Dat is ook niet erg, als je de kengetallen maar goed gebruikt.”

In het nieuwe magazine van Varkens, dat deze week verschijnt meer over het wel of niet publiceren van kengetallen.