Ruimte en rendement

In de varkenshouderij zijn mensen traditioneel gewend om scherp te moeten rekenen. Met hoge kosten, smalle marges en enorme grote geldstromen in een bedrijf is het niet eenvoudig om het overzicht te behouden. Rekeningen allemaal op tijd kunnen betalen is voor velen op zich al een prestatie gebleken in de laatste jaren. Met de toename van de bedrijfsgroottes zijn ogenschijnlijk de verschillen tussen 'arm en rijk' alleen maar groter geworden.

Echter is er ook een item waarvan ik mij af vraag of de rekenvaardigheden van een groot aantal varkenshouders wel zo goed is. Uit hoofde van mijn werk zie ik onderweg en in het netwerk heel veel slachtbonnen en afrekeningen van vleesvarkens. Het valt mij op, dat ook in de laatste weken terwijl de vleesvarkensprijzen drastisch zijn gestegen, de geslachte gewichten van de vleesvarkens op veel bedrijven op een te laag niveau zijn. In concepten met een hoogst betaalde gewichtsgroep van pak-em-beet 88 tot 102 kg lijkt het mij logisch om met een streefgemiddelde van 95 a 96 kg uit te komen. Toch zijn er plenty partijen varkens die amper gemiddeld 90 kg geslacht gewicht halen.

Het langjarig gemiddelde saldo in de vleesvarkenshouderij is ongeveer 78 euro per gemiddeld aanwezig vleesvarken per jaar. Dit is precies 1,50 euro per week.

Om de vleesvarkens 5 kg geslacht zwaarder af te leveren dient u ze een week later af te leveren. Bij een prijs van 1,90 euro is de meerwaarde 9 tot 11 euro per stuk. Vaak blijft de gemiddelde kg prijs gelijk of wordt zelfs beter omdat kortingen aan de onderkant worden ontlopen. Ondanks de hoge voerprijzen moet het mogelijk zijn om de varkens te voeren voor minder dan 1 euro per dag. In een week is dat dus ongeveer ruim 6 euro. Deze simpele berekening laat zien dat financieel gezien de extra week ook gelijk financieel de beste is!

Op zich wordt deze berekening inhoudelijk ook niet vaak aangevochten. Tegenwerpingen van andere orde zijn er vaak wel. Meestal hebben ze te maken met gebrek aan ruimte.
Onvoldoende biggenruimte dwingt de varkenshouder om voortijdig zijn vleesvarkens af te leveren. Door een toenemende biggenproductie of stijging van het aantal zeugen past het aantal vleesvarkensplaatsen vaak net niet meer bij de biggenproductie. Deze bedrijven leveren dieren vaak structueel lichter af. 

Oplossingen voor dit probleem zijn er ook. Biggenruimte bijbouwen geeft ruimte en daarmee rendement. Voor de prijs van een biggenopfokplaats heeft u er eigenlijk een vleesvarkensplaats bij. Na elke ronde in de vleesvarkensstal een weekproduktie biggen verkopen is ook een optie. De verkoop van zulke losse koppels brengt misschien geen topprijs maar elke opbrengst is beter dan ze in de massa van de vleesvarkensstal te laten verdwijnen en aan het eind van het jaar evenveel kg vlees te hebben afgeleverd die alleen aan meer dieren zat. Ook het terugbrengen van het aantal zeugen is een mogelijkheid. Minder arbeid, minder kosten en aan het eind van het jaar gelijke opbrengsten uit de vleesvarkensstal.

Ook het kiezen voor een duurder voerpakket om de groei te verhogen kan per saldo wel eens de beste keuze zijn. Bespreek de problematiek eens met uw adviseurs.

Een ding is zeker: rendement wat voor het oprapen ligt en wat niet wordt opgeraapt blijft u achtervolgen in de race met uw collegavarkenshouders in de strijd om bij de blijvers te horen.  

Lees ook

Online kennissessies

Vitale Varkenshouderij

Meld je hier aan

Stelling

Loading

Weer

  • Zaterdag
    17° / 5°
    70 %
  • Zondag
    18° / 11°
    50 %
  • Maandag
    17° / 7°
    20 %
Meer weer