De flop met formules

Er was eens een beertje uit Heeten.Kasper Bekker
Dat wilde zijn vleespercentage weten.
Maar oh wat een strop.
De formules waren een flop.
Dus kon hij de waarde van zijn spierdikte wel vergeten….

Wederom is de invoering van de CGM apparatuur voor de bepaling van het vleespercentage uitgesteld. Nadat de invoering eerder al een paar maanden was opgeschoven naar de jaarwisseling, blijkt ook deze datum niet haalbaar.

Allereerst maken de negatieve ervaringen die onze oosterburen met de wijzigingen van de “Maske” hebben opgedaan onze slachterijsector behoorlijk kopschuw. Maar in Nederland merk ik dat er naast “koudwatervrees” nog andere factoren zijn die zorgen voor terughoudendheid bij de slachterijen. Problemen met de techniek, wantrouwen in de uitkomsten, vraagtekens bij de waardebepaling in relatie tot het type varken. Allemaal redenen om nog niet te starten.

Vanuit de fokkerij houdt mij “de waardebepaling in relatie tot het type varken” natuurlijk het meeste bezig. Dat heeft veel te maken met de gehanteerde formules. In een eerdere blog uitte ik al mijn zorgen daarover. Het deed mij dan ook deugd dat Marc van Rooi, directeur van de gelijknamige slachterij, in een artikel in het Agrarische Dagblad concludeerde dat we naar een compleet ander uitbetaalsysteem moeten. “Een mager B-varken classificeert nu veel beter voorheen”, aldus Van Rooi.

Dat is voor mij niet verrassend. In de formules voor het vleespercentage is de waarde van de spierdikte fors gedegradeerd. Er is ongeveer 48 mm spierverschil nodig om het verschil van 1 procent vlees te bewerkstelligen. Oftewel: een varken waar geen spier en weinig spek op zit (het magere B-varken), zal ongeacht de spierdikte altijd goed scoren op vleespercentage.

Wel verrassend is, dat we blijkbaar een half jaar onderweg moeten zijn om deze conclusie te trekken. Terwijl hij al van het papier is af te lezen als je de nieuwe formule voor het vleespercentage tien tellen op je in laat werken.

De oorzaak ligt in het feit dat voor de uitsnijdingen ook beren zijn meegenomen. Beren hebben minder spier, maar zijn wel bevleesd. Een hoge waardering van de spierdikte zou beren tekort doen en borgen overwaarderen. Statistici hebben alle cijfers op een hoop gegooid en daar het gemiddelde uit getrokken. Een gemiddelde waar we niets mee kunnen.

Inmiddels is ook de COV tot die conclusie gekomen, begrijp ik uit de media. Het huiswerk moet over en er moet uitstel worden aangevraagd in Brussel.

Wat mij betreft zijn er drie opties voor een goed uitbetalingssysteem:

1. Aparte vleespercentageformules voor beren, borgen en gelten.
2. Aparte spek- en spiertabellen per sexe, naast het vleespercentage.
3. Alleen spek- en spiertabellen per sexe hanteren en het vleespercentage als kengetal afschaffen.

Het zal mij benieuwen wat het wordt en vooral: wanneer.
Wederom drie maanden uitstel leidt tot invoering op 1 april volgens de kalender. Een mooie datum voor een grap, lijkt mij…

Kasper Bekker
Regiomanager TOPIGS Noord

Online kennissessies

Vitale Varkenshouderij

Meld je hier aan

Stelling

Loading

Weer

  • Zondag
    15° / 10°
    50 %
  • Maandag
    17° / 6°
    20 %
  • Dinsdag
    21° / 10°
    60 %
Meer weer