Negentig procent in groepen in 2013

In 2013 is 90 procent van de zeugenbedrijven volledig omgeschakeld naar groepshuisvesting. Voor de 10 procent die dat nog niet is, is een gebrek aan financiële mogelijkheden de belangrijkste reden. Ook geeft een deel aan dat de vergunningverlening het probleem is. Mogelijke bedrijfsverplaatsing is een ander argument.

Dit blijkt uit de nota ‘Stand van zaken van implementatie van groepshuisvesting voor dragende zeugen in Nederland’, die het LEI maakte in opdracht van de Europese Commissie. Grotere bedrijven zijn gemiddeld verder met de implementatie van groepshuisvesting dan kleinere. Zo is 68 procent van de bedrijven met minstens 750 zeugen al volledig om. Bij de bedrijven tussen 100 en 250 zeugen is slechts 43 procent volledig klaar met groepshuisvesting.
Van alle zeugenbedrijven heeft 53 procent de zeugen volledig in groepen; deze bedrijven hebben 56 procent van de zeugen in Nederland. Nog eens 23 procent van de bedrijven is gedeeltelijk klaar met groepshuisvesting. In totaal heeft 77 procent van de zeugenbedrijven de dragende zeugen geheel of gedeeltelijk in de groep.

Circa 40 procent van de zeugen is gehuisvest in groepen van meer dan 40 zeugen. Ruim 20 procent van de zeugen ligt in groepen van maximaal 10 dieren. De meest voorkomende huisvestingssystemen zijn voerligboxen met uitloop en groepen met voerstations op beton. Beide systemen komen op ongeveer een derde van de bedrijven met groepshuisvesting voor. De bedrijven die nog moeten omschakelen kiezen in ruim de helft van de gevallen voor voerligboxen met uitloop.