Gemiddeld varken nog 25 dagen aan antibiotica

Een gemiddeld in Nederland geproduceerd vleesvarken ontving in 2010 nog op 25 dagen van zijn leven (191 dagen) een antibioticabehandeling. Dat blijkt uit de jongste berekeningen van het LEI over het antibioticagebruik in de Nederlandse veehouderij. Dat is een daling van 22 procent ten opzichte van 2009.

Zeugenbedrijven: van 25 naar 19 DDD
Het aantal dierdagdoseringen op de onderzochte zeugenbedrijven daalde van 25 in 2009 naar 19 in 2010. Er zit wel een grote spreiding in het gebruik tussen bedrijven (15-24 ddd per jaar). Van de gebruikte antibiotica werd 83 % oraal toegediend. De onderzoekers gaan er van uit dat de zeugen slechts zelden met antibiotica worden behandeld. Zij veronderstellen dan ook dat alle antibiotica naar de biggen gaat. Dat betekent volgens het rapport dat de biggen vanaf hun geboorte tot dag 74 (afleveren) 19 dagen een antibioticabehandeling krijgen.
De helft van het aantal gebruikte antibiotica bestaat uit tetracyclines, 14 procent uit trimethoprim/sulfonamides en 19 procent is penicilline. De nieuwste (3e en 4e) generatie antibiotica nemen 0,6% van het gebruik voor hun rekening.

Vleesvarkens: van 16 naar 11 DDD
Het aantal gemiddelde dierdagdoseringen bij de vleesvarkens daalde van 16 in 2009 naar 11 in 2010. Bij de vleesvarkens werd vorig jaar 95 procent van de antibiotica oraal toegediend. Tetracyclines (66 procent) hebben het grootste aandeel in het aan vleesvarkens verstrekte antibiotica, gevolgd door macroclides/lincosamides (18%). Uitgaande van dit gemiddelde en een productieperiode van 117 dagen betekent dit volgens de onderzoekers dat ieder vleesvarkens 4 dagdoseringen krijgt van 25 kilo tot slachtgewicht. Inclusief de als big ontvangen antibiotica betekent dit in een gemiddeld leven (191 dagen) dat een varken 23 dagen een antibioticabehandeling ondergaat. Na correcties voor onder andere slachtgewicht, corrigeren de onderzoekers dat naar 25 dagen. Dat is ten opzichte van 2009 een daling van 22 procent.

Totale veehouderij
Het antibioticaverbruik in de totale Nederlandse veehouderij daalde volgens het onderzoek in 2010 met 12 procent, bij een bijna gelijkblijvende veestapel. Daarmee ligt de sector op koers voor de door Den Haag geëiste 20 procent reductie in 2011 ten opzicht van 2009.
Sinds 2007 daalde de hoeveelheid gebruikte antibiotica van 590 naar 455 ton in 2010. De afname van het gebruik van tetracyclines neemt hierin een belangrijke plek in, met een daling van 338 (2007) naar 232 ton in 2010. Binnen deze groep antibiotica daalde de hoeveelheid ingezette oxyteracyclines in deze periode met 40 procent.