Uitval Deense biggen daalt door aanpassing fokdoel

In 2016 was de totale biggensterfte in Denemarken nog 20,9 procent. Daarna steeg die tot 23,4 procent. De toename in die periode was het gevolg van een onbedoelde, negatieve correlatie tussen twee eigenschappen: voerefficiëntie en robuustheid, in het vorige fokdoel.

De negatieve correlatie werd aangepakt door de introductie van het nieuwe fokdoel in de zomer van 2022 die tot doel had om de biggensterfte te laten dalen met ongeveer 1 procent per jaar. In 2022 heeft dat er al voor gezorgd dat de biggensterfte niet verder toenam. Uit de cijfers van 2023 blijkt dat de biggensterfte met 0,9 procent is gedaald naar 22,5 procent.

Daling is goed nieuws

'Een daling van de biggensterfte met bijna 1 procentpunt is echt goed nieuws', zegt directeur van de sector varkens Christian Fink Hansen van de Deense Raad voor Landbouw en Voeding. 'Het lijdt geen twijfel dat de toenemende biggensterfte een grote uitdaging is geweest voor de varkensproductie in Denemarken. We hebben ongelooflijk veel moeite gedaan om deze trend te keren. In de zomer van 2022 introduceerden we een nieuwe fokdoelstelling, waarvan we verwachtten dat deze de sterfte een aantal jaren met ongeveer 1 procentpunt per jaar zou verminderen. Ik ben blij dat deze verwachtingen nu uitkomen.'

Fokkerij is volgens Hansen ingewikkeld en vereist geduld. 'Vanaf het moment dat we ons bewust werden van de negatieve correlatie tussen voergebruik en overleving, hebben we gewerkt om deze uitdaging aan te gaan. In de zomer van 2022 introduceerden we de nieuwe fokdoelstelling. Het is verheugend dat we nu echt de impact hiervan kunnen zien.'