Drie factoren groei varkensstapel

De varkensstapel is in Nederland met 345.000 dieren gegroeid. Dat komt door drie factoren: meer zeugen, betere technische resultaten en meer vleesvarkens.

Het aantal zeugen is van april 2014 tot april 2015 met 7.000 dieren gestegen. Die zullen niet het hele jaar al productief zijn geweest. Wat betekent dat door deze groei het aantal biggen waarschijnlijk met zo’n 100.000 is gestegen.
Het aantal biggen in het kraamhok steeg in dezelfde periode met 90.000 dieren. Hoeveel gespeende biggen er extra zijn is niet uit de CBS-cijfers te halen. De cijfers gaan namelijk over biggen tot 50 kilo. Dat zullen dus voor een deel gespeende biggen zijn en voor een deel vleesvarkens. In totaal zijn er 129.000 biggen meer vanaf spenen tot 50 kilo. Uitgaande van 90.000 biggen extra in het kraamhok, zullen er dan toch al snel 85.000 gespeende biggen extra zijn. Samen dus zo’n 175.000 biggen meer in een jaar tijd. Dat zou dan betekenen 75.000 biggen door verbeterde resultaten. Dat valt in vergelijking met de te verwachten ontwikkeling dan wat tegen. Gemiddeld komt er 0,2 tot 0,3 big per zeug per jaar bij. Op 974.000 zeugen (het resterende deel zijn fokgelten) zouden er dan toch minstens 200.000 biggen per jaar bij komen.

Het aantal vleesvarkens in Nederland is in ieder geval ook gestegen. Het zijn circa 44.000 dieren tot 50 kilo meer en 120.000 vanaf 50 kilo. Samen dus 164.000 vleesvarkens meer. Die groei zit hem voor een deel in nieuwe vleesvarkensbedrijven en voor deel doordat varkenshouders door de slechte prijzen zelf meer vleesvarkens op bestaande (leegstaande) locaties opleggen..