Nieuwe Omgevingswet kan knellen

De nieuwe Omgevingswet bundelt en vereenvoudigt regels op het gebied van omgevingsrecht. Of dit ook werkelijk zo uitpakt, is afhankelijk van de verdere uitwerking van de wetgeving. Ook de wijze waarop de Rijksoverheid, provincies, waterschappen en gemeenten de wet gaan uitvoeren, is sterk bepalend voor het resultaat in de praktijk.

LTO Nederland uit haar zorgen omdat gemeenten en provincies meer ruimte krijgen om eigen omgevingswaarden vast te stellen. Ook kunnen vergunningsprocedures nog steeds erg lang duren en lopen de legeskosten mogelijk verder op. “Agrariërs hebben behoefte aan rechtszekerheid’’, stelt LTO-bestuurder Siem Jan Schenk. “Het kabinet kiest terecht voor algemene regels, maar het is wel belangrijk dat de regels duidelijk en begrijpelijk geformuleerd zijn. Anders krijgen we problemen in de uitvoering.”

In de nieuwe Omgevingswet worden de wet ammoniak en veehouderij en de wet geurhinder en veehouderij afgeschaft. In plaats daarvan krijgen gemeenten en provincies de ruimte om hun eigen omgevingswaarden vast te stellen. LTO is voorstander van maatwerk, maar landelijke normen en criteria helpen wel om de afwegingen lokaal op een goede en juridische houdbare manier te maken. Daarnaast vindt LTO dat er maar één bestuurslaag de ruimte moet krijgen om afwijkende normen vast te stellen voor dezelfde omgevingswaarde. “Als bijvoorbeeld geurnormen lokaal afgewogen kunnen worden, is er geen enkele reden om de provincie nog de ruimte te geven andere geurnormen vast te stellen”, aldus Schenk op de site van LTO Nederland.