Karretje

We leven in een welvarend land en hebben het goed. Dat lijkt met het oog op de huidige economische situatie een boute stelling. Natuurlijk, er is een groep mensen die het financieel krap heeft en waarbij het uitgeven van elke euro wordt gewogen. Maar als we onszelf mondiaal vergelijken, dan scoren we riant hoog.

Die welvaart heeft net als de medaille, twee kanten. We zijn daardoor in staat om te consumeren waarbij het niet alleen om eten en drinken gaat maar ook om goederen en diensten die het leven aangenaam maken. De andere kant die welvaart met zich mee brengt is dat we extra eisen stellen aan onze consumptie. Producten en diensten moeten niet alleen ‘doen wat ze moeten doen’ maar ook nog eens voldoen aan maatschappelijke normen en waarden. En daar kan het gaan knellen. Normen en waarden zijn immers erg persoonlijk. Dat mag. We noemen dat een pluriforme samenleving. In de praktijk betekent het dat iedereen wel ergens een mening over heeft en die dan ook duidelijk uitdraagt of zelfs wil opleggen aan anderen. Dat wringt want in een welvarende samenleving heeft elk individu de eigen persoonlijke keuzevrijheid. Wij staan daar niet zozeer meer bij stil omdat het voor ons de normaalste zaak van de wereld is. Maar het gevaar ligt op de loer.

Meer en meer zie ik betutteling en sturing op zogenaamd maatschappelijk verantwoorde consumptie opkomen. Of het nu gaat om roken, sporten, energie van molens, drinken en vlees eten. Het moet zus of zo. Vooral voedingsmiddelen en vlees staan in het brandpunt van de aandacht. Iedereen heeft er een mening over en dikwijls winnen de fabels het van de feiten als het stokpaardje wordt bereden. Veel is geoorloofd om een ander te injecteren met je eigen denkbeelden.

Onlangs werd er weer een ballonnetje opgelaten. Voor een “Nationaal Voedselakkoord”. Een dergelijk akkoord zou afspraken moeten bevatten over gezondheid, duurzaamheid en innovatie in de voedselketen. Alles wordt erbij gesleept: obesitas, E-nummers, genetische modificatie. En jawel, vlees komt ook aan de beurt: “Wij gaan de aarde opblazen als de nieuwe middenklasse in de opkomende economieën net zo eten als wij, met veel vlees. Wij moeten minder vlees eten en zij moeten hun consumptie niet teveel opschroeven”. Let op het woord moeten. Dat heeft met keuzevrijheid niets te maken maar is een hard dictaat.

De FNLI, de belangenorganisatie van de Nederlandse Levensmiddelenindustrie, antwoordde uitstekend: “De FNLI en haar leden hebben zich verbonden aan diverse gremia voor verduurzaming, voeding & gezondheid, voedselveiligheid, voedselvertrouwen en innovatie. Zo worden in de Alliantie Verduurzaming Voedsel, de Taskforce Voedselvertrouwen, het Convenant Gezond Gewicht, de Topsector Agri&Food, het Platform Productsamenstelling en de Raamovereenkomst Verduurzaming Verpakkingen duidelijke en ambitieuze afspraken gemaakt tussen bedrijfsleven, overheid en stakeholders. Meer dan voldoende commitment en brede ondersteuning”.

Producenten nemen hun verantwoordelijkheid voor een breed assortiment voedingsmiddelen. De consument kiest wat er in zijn karretje en portemonnee past. Zo hoort het te zijn. Ook met vlees. De anti-vleeslobby probeert ons product langzaam maar zeker naar de hoek te manoeuvreren waar roken zit. Maar het moet nu maar eens afgelopen zijn met dat ongenuanceerde schoppen. Uw en ons product verdient beter. Vele miljarden mensen eten, net als u en ik, bewust en uit overtuiging vlees. Wij willen vlees in ons karretje. We hebben keuzevrijheid en mogen ons nooit laten knevelen door een hele kleine minderheid die ons product verafschuwt. Ik wens u lekkere feestdagen en een ondernemend 2014.

Marc van der Lee
Directeur Communicatie VION
 

Lees ook

Online kennissessies

Vitale Varkenshouderij

Meld je hier aan

Stelling

Loading

Weer

  • Woensdag
    9° / 2°
    70 %
  • Donderdag
    10° / 3°
    70 %
  • Vrijdag
    11° / 2°
    50 %
Meer weer