Zeven procent kan niet omschakelen

Eind dit jaar heeft 93 procent  van de varkensbedrijven de zeugen in groepshuisvesting. Ongeveer 7 procent van de varkenshouders kan niet omschakelen vanwege haperende procedures bij de vergunningverlening of financiële problemen. Dit blijkt uit een enquête van het Prodyctschap Vee en Vlees, die in opdracht van LTO en NVV is gehouden onder varkenshouders. Het grootste gedeelte van de varkensbedrijven (85 procent) is al omgeschakeld, een gedeelte (8 procent) doet dit de komende maanden alsnog.

Een delegatie van de vakgroep LTO Varkenshouderij en de NVV besprak de resultaten met staatsecretaris Henk Bleker (EL&I). Bleker gaf aan dat hij de bedrijven met problemen op geen enkele manier meer tegemoet kan komen, gezien de afspraken die hierover al eerder in Europees verband zijn gemaakt. Wel zegde Bleker toe om de betrokken provincies en lokale overheden tot spoed te manen om nog lopende procedures voor vergunningen voor verbouwingen te versnellen.

Voor de varkenshouders die met ingang van 2013 niet aan de verplichte groepshuisvesting kunnen voldoen, rest volgens LTO en NVV niets anders dan een inpandige aanpassing van de stal. Dit betekent dat de huidige stallen zo worden verbouwd, dat alsnog aan de voorgeschreven huisvesting wordt voldaan. De ondernemers die dit niet meer willen, zullen met ingang van komend jaar moeten stoppen.

NVV en LTO hebben gevraagd om een financiële regeling voor varkenshouders die moeten stoppen. Zo’n regeling zou het gemakkelijker moeten maken om het bedrijf te beëindigen. Bleker ziet hiervoor echter geen mogelijkheid. Wel is afgesproken om een actieprogramma op te zetten voor een verdere verbetering van de toepassing van groepshuisvesting in de vroege dracht.