De ham vraag...

Zowel het Duitse blad SUS als ons eigen Nederlandse weekblad Boerderij berichtten recentelijk over een Duits onderzoek van KI-station Ascheberg. Zij hebben onderzoek gedaan naar de verschillen tussen hamgewichten van vleesvarkens, afkomstig van Piétrain-eindberen van verschillende fokkerij-organisaties.


De gewichten van de hammen zijn vastgesteld door middel van AutoFOM classificatie. De conclusie is dat er geen verschillen zijn tussen de hamgewichten van de nakomelingen van de verschillende Piétrains. Het hamgewicht is wel sterk gerelateerd aan het geslacht gewicht van het varken en er is een kleine samenhang met het buikvleespercentage.
Gek genoeg raadt hetzelfde onderzoek aan om bij de KI speciale ham-verervers te selecteren om betere hamgewichten te krijgen. Dit riekt naar een broodje aap verhaal.


Daarom wil ik een paar kanttekeningen zetten bij deze berichten en de conclusies. Allereerst is de methode van bepaling van het hamgewicht (via AutoFOM) een discussiepunt. Het systeem weegt of meet geen hamgewicht, maar maakt een schatting op basis van een groot aantal metingen van de spek- en spierdikte op de rug van het varken. Aangezien deze berekende methode voor alle genetica gelijk is, zullen eventueel werkelijk aanwezige verschillen niet worden herkend. Logisch dus dat er geen verschillen worden gevonden.


Het is logisch dat er in het onderzoek wel een relatie tussen het hamgewicht en het buikvleespercentage van het vleesvarken wordt gevonden. Ook het buikvleespercentage wordt namelijk berekend op basis van de spek- en spierdikte op de rug van het varken.


In het hele AutoFOM-classificatiesysteem is het verband tussen spekdikte en buikvleespercentage het sterkst. De correlatie ligt tussen 0,8 en 0,9 (1,0 is een 100 procent lineair verband). Elke millimeter spek verlaagt het buikvleespercentage met ongeveer 1,25 tot 1,50 procent.
Dit is een mooi voorbeeld van onderzoekers die wel de kok hebben horen fluiten maar niet weten waar de pollepel ligt.......of ehhh..... hoe zat het ook al weer? Ze hebben wel de klok horen luiden maar weten niet waar de klepel hangt! Hebbes!!


Wilt u vleesvarkens afleveren met relatief zware hammen? Zorg dan dat de AutoFOM-classificatie weinig spek meet en veel spier. Het apparaat trekt dan namelijk de conclusie dat deze varkens zware hammen hebben. Deze tabel geeft een indruk over de onderlinge relatie van deze kengetallen. De Piétraineindberen daarbij selectief inzetten is een goed plan, maar dan wel gewoon op basis van weinig spek en veel spier. In AutoFOM vertaalt zich dat naar betere punten en een betere opbrengstprijs. Verschillen tussen Piétrainberen zijn er wel degelijk, als je maar naar de juiste kenmerken kijkt.


Goed geïnformeerd keuzes maken verdient zich snel terug. Het meeste leergeld betaalt men immers al je al lang van school af bent! Eindberen zorgen voor 50 procent van de genetische aanleg van uw eindproduct. Een lagere opbrengst van een paar euro per varken is al snel een lagere opbrengst van 10.000 euro op een gemiddeld bedrijf. Over een onterechte rekening van 100 euro wordt meestal meer ophef gemaakt, dan over een 100-voudig bedrag aan gemiste opbrengsten. Deze les is gratis maar hopelijk niet voor niets.


Kasper Bekker
Regiomanager TOPIGS Noord


 

Lees ook

Online kennissessies

Vitale Varkenshouderij

Meld je hier aan

Stelling

Loading

Weer

  • Zondag
    15° / 10°
    50 %
  • Maandag
    17° / 6°
    20 %
  • Dinsdag
    21° / 10°
    60 %
Meer weer