Denken in kwaliteit

Zelden stonden de marges zo onder druk als nu. Bovendien verloopt de afzet van biggen zeer moeizaam. Denken in kwaliteit is onder deze omstandigheden misschien het laatste waaraan u denkt, maar het is wel de sleutel tot verbetering van de resultaten op langere termijn.

Voor een goede regelmatige afzet van biggen naar vaste relaties moet uw product onderscheidend zijn. Afnemers moeten uw biggen willen. Bij slechte ervaringen oriënteren afnemers zich eerder op de “spotmarkt” om op koopjes te jagen. Vervolgens houden de vaste leveranciers biggen over die ook weer, voor te weinig geld, naar de export-of spotmarkt gaan. Een vicieuze cirkel dus.

Het is echter heel lastig om de kwaliteit van biggen te definiëren, objectieve maatstaven ontbreken. Dat is misschien ook wel de reden dat kwantiteit vaak belangrijker was dan kwaliteit. Kun je kwaliteit niet meten, dan is het ook lastig iemand op de kwaliteit aan te spreken. Voor de vleesvarkenshouder is het beoordelen van de kwaliteit veel eenvoudiger. Hij is tevreden of hij is dat niet! Met dezelfde genetica en met hetzelfde voer zijn verschillen van 150 gram daggroei en 0,4 EW-conversie geen uitzondering. Dat is een financieel verschil van meer dan 10 euro per afgeleverd vleesvarken.

In de praktijk blijkt de kwaliteit vooral afhankelijk van speenleeftijd, gezondheid, biggenruimte en aandacht. Persoonlijk pleit ik voor een minimale speenleeftijd van 25 dagen, ook al zijn er vast voorbeelden van bedrijven waar jonger spenen wel gaat. Het pad naar succes wordt echter steeds smaller. Bij gezondheid is naast de entingen vooral het verhogen van de weerstand belangrijk. Daarbij is een ononderbroken voeropname bij biggen een voorwaarde. Biggen die niet vreten, zijn eerder vatbaar voor ziektes en daarmee ook een infectiebron voor andere biggen. Voer dus bij in de kraamstal en zorg daarna voor een goede voeropname na het spenen.

De hogere productie heeft op veel bedrijven geleid tot ruimtegebrek. Met alle gevolgen van dien. Voor 1 euro per afgeleverd big is het mogelijk de biggenruimte met 20% uit te breiden. Het is een investering, maar de oplossing is duurzaam en niet duurder dan de gebruikelijke entingen. Leeftijdsuniforme opleg bij vleesvarkens is ook een optie. De vermeerderaar draait de biggenafdelingen in één keer leeg en mengen van verschillende leeftijden is niet meer aan de orde. Bovendien ziet de vleesvarkenshouder vanaf dag 1 welke dieren extra zorg nodig hebben. Ook kan hij objectiever beoordelen welke biggen hij niet wil houden zodat hij ze voortijdig als slachtbig kan afleveren.

Tot slot is aandacht cruciaal. Zowel bij de biggen in de kraamstal en de opfok, maar ook in de relatie met de vleesvarkenshouder. Toon interesse in zijn resultaten en ga een paar keer per jaar buurten. Persoonlijke belangstelling wordt op prijs gesteld en u komt veel te weten over uw eigen product. Per slot van rekening is een big van 25 kilo geen eindproduct maar een halffabricaat waar ook andere schakels de kost mee moeten verdienen.

Kasper Bekker
Regiomanager TOPIGS noord