Raad van State: varkensrechten voorlopig blijven afromen

Demissionair landbouwminister Femke Wiersma kondigde afgelopen zomer aan dat het afromingspercentage voor varkens- en pluimveerechten per 1 december 2025 op nul zou worden gezet. Ze baseerde dit op de aanname dat veel dierrechten door de beëindigingsregelingen (Lbv en Lbv-plus) nog zouden worden geschrapt.

De Raad van State is daar kritisch over. Zolang onzeker is of het mestplafond wordt gehaald, is het volgens de adviseur onverstandig om nu al te stoppen met afromen. Dat zou juist kunnen leiden tot beleidsinstabiliteit en onzekerheid voor ondernemers. 'Zo'n onbestendig beleid kan negatieve gevolgen hebben voor het ondernemingsklimaat.'

Kritiek vanuit varkenshouderij

De maatregel om dierrechten af te romen werd eind 2023 ingevoerd, omdat de dreiging van een overschrijding van het mestplafond reëel was. Vanuit de varkens- en pluimveesector klonk stevige kritiek, omdat het grootste issue bij de melkveehouderij lijkt te liggen; vooral deze sector overschrijdt structureel het eigen sectorplafond voor fosfaatproductie.

In oktober sprak ook de Tweede Kamer zich uit tegen het voornemen om de afroming van varkens- en pluimveerechten te beëindigen. Verschillende partijen vrezen dat een overschrijding van het nationale mestplafond leidt tot een generieke korting in de melkveehouderij.

Reactie ministerie volgt nog

Volgens de Raad van State voldoet het beleid alleen aan de eisen van de derogatiebeschikking voor 2025, als het ministerie de afroming pas beëindigt nadat zeker is dat het nationale mestplafond niet wordt overschreden.

Het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur heeft nog niet inhoudelijk gereageerd op het advies. Die reactie volgt op een later moment.