Biggen+en+immuniteit%3A+ontwikkeling+en+training+van+het+immuunsysteem
Partner HIPRA

Biggen en immuniteit: ontwikkeling en training van het immuunsysteem

Biestopname is essentieel voor de overleving van biggen, dat is niks nieuws en iedere veehouder is zich daarvan bewust. Biggen nemen via de biest namelijk energie, groeifactoren en maternale immuniteit op.

Maternale immuniteit is belangrijk, omdat de placenta van de zeug bestaat uit zes weefsellagen en ondoordringbaar is voor antistoffen. Daardoor worden tijdens de dracht geen antistoffen van de zeug doorgegeven aan de biggen en komen zij zonder immuniteit ter wereld.

Vanaf zeventig dagen dracht is het immuunsysteem van de big klaar om zelf een actieve immuunrespons op te wekken. Biggen worden met een functioneel immuunsysteem geboren, hoewel functioneel in dit geval zeker niet betekent dat het immuunsysteem efficiënt is. Bij geboorte is het immuunsysteem van de big namelijk nog ongetraind en niet te vergelijken met het immuunsysteem van een volwassen varken.

Naast de tijd die het immuunsysteem nodig heeft om te ontwikkelen en efficiënt te reageren op ziekteverwekkers, duurt het opwekken van een actieve immuunrespons minimaal zeven tot tien dagen. En vanaf de geboorte worden biggen blootgesteld aan verschillende ziekteverwekkers, bijvoorbeeld vanuit de mest van de zeug, het uier van de zeug of vanuit de omgeving.

Genoeg redenen om afhankelijk te zijn van de passieve maternale immuniteit die via de biest wordt opgenomen, tot de big zelf een efficiënte immuunrespons kan opwekken. Deze maternale immuniteit beschermt de big tegen ziekteverwekkers die ze al vroeg in hun leven tegenkomen. En het geeft het immuunsysteem van de big bovendien de tijd zich te ontwikkelen en te leren reageren op ziekteverwekkers.

Wanneer is het immuunsysteem ontwikkeld?

De ontwikkeling van het immuunsysteem en de efficiëntie waarmee het een actieve immuunrespons kan opwekken is van belang voor de reactie op ziekteverwekkers uit de omgeving, maar ook voor de reactie op vaccins die worden toegediend. Om een zo optimaal mogelijke immuunrespons als reactie op een vaccinatie te generen, is het belangrijk om inzicht te hebben in deze ontwikkeling en hierop het vaccinatiemoment af te stemmen.

Bij biggen lijkt de ontwikkeling van het immuunsysteem behoorlijk ongrijpbaar, maar de wetenschap leverde afgelopen jaren een stroom van informatie aan. Zo kan de aanwezigheid en activiteit van verschillende celtypen van het immuunsysteem worden gemeten om de ontwikkeling in beeld te brengen. Een voorbeeld daarvan zijn macrofagen en andere fagocyterende cellen. Dit zijn witte bloedcellen die ziekteverwekkers herkennen en als het ware opeten en opruimen.

Daarnaast leveren deze witte bloedcellen ook een bijdrage aan de stimulatie van het immuunsysteem. Vlak na de geboorte zijn ze nog duidelijk minder actief en efficiënt vergeleken met zeven dagen na de geboorte. Ook neemt het aantal macrofagen in de long veertien keer toe in de tijd van geboorte tot 30 dagen leeftijd van de big.

De ontwikkeling van het immuunsysteem van de big neemt enkele weken in beslag, waarbij het, naar gelang de tijd vordert, steeds beter in staat is een efficiënte immuunrespons te generen. Op een leeftijd van 6-10 weken is het immuunsysteem van de big op een vergelijkbaar niveau met dat van een volwassen varken.

Hoe krijgen biggen een goede start?

Verminderen van de infectiedruk door de hygiëne in de kraamstal te verbeteren en het optimaliseren van de biestvoorziening en biestopname zijn beproefde strategieën om biggen een goede start te geven.

Biestvoorziening en biestopname zijn onlosmakelijk verbonden met de zeugen. Antistoffen in de biest zijn namelijk een afspiegeling van de antistoffen van de zeug, verkregen door doorgemaakte veldinfecties of vaccinatie. Het creëren van een stabiele zeugenstapel (al dan niet met vaccinatie), waarbij uiteraard de adaptatie en introductie van gelten een belangrijke rol spelen, is essentieel.

Een instabiele zeugenstapel, waarin subpopulaties van zeugen met een verschillende immuunstatus voorkomen, is ongewenst. In zo'n instabiele zeugenstapel zien we gelijktijdig zeugen die zijn beschermd tegen infecties, zeugen die onbeschermd en dus gevoelig zijn voor infecties en zeugen die een infectie doormaken en de ziekteverwekker uitscheiden.

Infecties tijdens de dracht kunnen niet alleen vruchtbaarheidsproblemen veroorzaken, maar er ook voor zorgen dat zeugen nog virus of bacteriën uitscheiden in de kraamstal, waardoor vroege infecties bij de biggen optreden. Ook kunnen besmette biggen worden geboren, zoals de in het geval van PRRS vaak besproken viremisch geboren biggen.

Deze viremische biggen zorgen voor verdere verspreiding van de ziekteverwekker, zeker als de biggen worden overgelegd of gemengd bij spenen. Daarnaast kan in deze biggen, wanneer ze op hetzelfde moment nog met een ander PRRS-virus worden geïnfecteerd, of als ze worden gevaccineerd met een levend PRRS-vaccin, recombinatie optreden waardoor een nieuwe PRRS-stam ontstaat.

Het optimaliseren van de biestvoorziening hangt niet alleen af van de gezondheidsstatus van de zeug, maar ook van voeding en het kraamstal- en biestmanagement. Een vlot geboorteproces, waarbij vitale biggen worden geboren die binnen 24-36 uur zoveel mogelijk biest opnemen bij de eigen zeug, is de ideale situatie. Er zijn tal van risicofactoren, adviezen en tips beschreven om hiermee aan de slag te gaan. Maar om inzicht in de bedrijfsspecifieke situatie te krijgen, is diagnostiek essentieel.

Meten is weten

Met diagnostiek kunt u inzicht krijgen in de biestopname van uw biggen. Er zijn verschillende methodes om maternale immuniteit meetbaar te maken. Ze zijn allemaal gebaseerd op het feit dat biest een afspiegeling is van de antistoffen van de zeug en dat er een mooie correlatie is tussen antistoffen van de zeug en de big van die zeug.

De Hipra Biestcheck is gebaseerd op een vergelijking van de hoeveelheid vlekziekte antilichamen (titer) van biggen ten opzichte van de zeug. Een big die voldoende biest heeft opgenomen, bereikt naar verwachting een titerhoogte die hoger of gelijk is aan 90 procent van de titerhoogte van de zeug. Aan de hand van de resultaten van de Biestcheck kan niet alleen de biestopname van de biggen worden beoordeeld, maar kan ook het niveau van de antistoffen van de zeug (en daarmee de vaccinatie) worden geëvalueerd.

Wilt u graag de biestopname op uw bedrijf in kaart brengen? Vraag een Hipra Biestcheck aan via uw bedrijfsdierenarts of neem contact op met een van onze varkensdierenartsen: Maartje Wilhelm (06) 82645058, Josine Beek (06) 82991395, Linda Peeters (06) 14310007, Denise Meijer (06) 82158554 of Theo Vercammen (06) 30249632.

Over HIPRA

HIPRA is een veterinair farmaceutisch bedrijf dat zich toelegt op onderzoek, productie en het op de markt brengen van innovatieve en onderscheidende producten...

Lees verder »