Voerproeven bewijzen rendabele kilo’s
Een vleesvarkenshouder die met een vast ritme biggen betrekt van één vermeerderaar en secuur werkt, kan zich focussen op dierprestaties en rendement. Zo benut Jaap van Ham de resultaten van de voerproeven op zijn bedrijf om rendabele extra kilo’s vlees erbij te krijgen.
Relaxed zitten vleesvarkenshouder Jaap van Ham en varkensspecialist Tom Jilesen van ABZ De Samenwerking in het Brabantse Haghorst aan de keukentafel. Ze nemen de tijd om de resultaten van twee voerproeven op Van Hams bedrijf door te nemen.
De ene proef betreft het verhogen van de maximale voergift. ‘Een borg of gelt kreeg hier standaard maximaal 2,9 kilo eindvoer per dag’, licht Van Ham toe. ‘Omdat er meer groeicapaciteit in de dieren zit en kilo’s vlees goed worden betaald, hebben we daarmee geëxperimenteerd. Het optimale resultaat bij de huidige voerprijzen is het aftoppen van de voergift op 3,2 kilo per dag.’
Zo’n voergift verhoogt het bedrijfsrendement omdat Van Ham gericht is op afleveren van zware vleesvarkens met een voldoende dikke speklaag. Geslacht wegen ze 105 kilo en Vion betaalt hem uit op de condities van aflevermodule robuust. ‘Bovendien zijn de biggen duur en verdunt elke extra kilo groei de bigkosten per kilo vlees’, zegt de vleesvarkenshouder. ‘Ik streef naar rendabele groei en dieren die het voer efficiënt om zetten in vlees in de vaste periode tussen opleg en afleveren.’
Standaard legt Van Ham elke twee weken een koppel TN70*TN Tempo-biggen op. Gemiddeld zijn er dat vierhonderd per keer. Hij selecteert op het oog de biggen op gewicht. In een afdeling legt hij de gelten op en in een tweede de borgen. In een derde afdeling komen aan een kant van de voerpad de lichtste gelten te liggen en andere zijde de lichtste borgen.
‘De oplegstrategie hanteer ik al jaren en geeft mij mogelijkheden beter te sturen op resultaat met de voergift’, vertelt hij. ‘De afdeling met lichtste varkens krijgen wat langer de luxe opstartkorrel in de groepsfeeders dan de twee andere afdelingen.’ Verder verstrekt hij startvoer, groeikorrel en vanaf 80 kilo een eindvoer. De gelten en borgen hebben een eigen voerschema.
Omdat elke bak met een ventiel wordt gevuld door de computergestuurde droogvoerinstallatie, weet hij exact hoeveel en welke voeders de 24 varkens in de twee hokken hebben gevreten. Jilesen: ‘In combinatie met de opleg- en slachtgewichten is op voerbakniveau te berekenen wat ze hebben gepresteerd. Uitvoeren van voerproeven is hier goed mogelijk en de resultaten zijn betrouwbaar.’
Voerproef met ABZ@Green
De tweede proef gaat om de voertoevoeging ABZ@Green aan het eindvoer in maart en april van dit jaar. Dit additief zou de voerconversie met 0,05 moeten verbeteren en de gemiddelde groei met 25 gram per dag. Omdat Van Ham twee silo’s voor eindvoer heeft, is het mogelijk om deze vergelijkende proef uit te voeren. Die werd uitgevoerd bij varkens in het traject 80 kilo tot afleveren op zo’n 130 kilo levend gewicht met een maximale voergift van 2,9 kilo per dier per dag.
Op het oog ziet de varkenshouder geen verschillen in voeropname, groei en afleverproces. ‘Alleen rook het in de afdeling met de voertoevoeging wat zoetig.’ Op papier werden de verwachte verschillen wel zichtbaar. De voerconversie van de ABZ@Green-groep was 0,06 gunstiger en de varkens groeiden gemiddeld 27 gram per dag meer. Jilesen: ‘Bij de huidige voerprijzen verlaagde ABZ@Green de voerkosten met 2 cent per kilo groei.’
De extra kilo’s vlees zijn volgens Van Ham interessant. Het maakt de varkensvleesproductie duurzamer en verbetert het rendement.’