Grillige opname vraagt om rust in de darmen
De voeropname van varkens is tegenwoordig veel grilliger dan jaren geleden. Dat levert risico's op een slechte vertering en daarmee krijgen ziektekiemen een kans. Meer aandacht voor de darmgezondheid is nodig. Dat betekent meer vezels in het voer of zelfs overgaan naar meel voeren, stelt voedingsexpert Marcel Schennink van AgruniekRijnvallei.
Tijdens een workshop van AgruniekRijnvallei en Trouw Nutrition gingen Schennink en zijn collega-nutritionist Rob Schurink diepgaand in op zaken als grondstofkeuze, maalfijnheid en de afmetingen van gepelletteerd voer.
De prestaties van varkens zijn de afgelopen tien jaar fors gestegen. In 2011 was de gemiddelde groei van een vleesvarken 799 gram per dag met een voeropname van 2,09 kilo en een EW-conversie van 2,80. Vorig jaar was dat een groei van gemiddeld 890 gram per dag en een EW-conversie van 2,50.
Die verbetering van de groei komt voor de helft bij de zeugen weg. Die hebben tegenwoordig veel meer spieren en minder spek. Vroeger was 23 millimeter spek bij een zeug normaal op het moment van werpen. Tegenwoordig is het nog maar zo'n 14 tot 15 millimeter en is de omvang van de spieren flink gegroeid.
Darmgezondheid
'Samen met het flink gestegen aantal biggen per zeug zien we nu problemen die er vroeger nauwelijks waren', weet Schennink. 'Darmdraaiingen komen vaker voor en bij de zeugen zien we meer clostridium wat ze vervolgens overdragen op de biggen. Dat vraagt om gerichte aandacht voor de samenstelling van het voer vooral wat betreft vezels en fermenteerbare koolhydraten. Die aandacht is zeker ook nodig voor de biggen en vleesvarkens. Hun eetpatroon is grilliger waardoor er kans is op overeten en de darmgezondheid onder druk staat.'
Bij een slechtere darmgezondheid krijgen ziekteverwekkers als coli, clostridium, streptokokken, rotavirus, PIA, PED, brachyspira en salmonella meer kans. 'Daar kun je wat tegen doen met vaccinaties, zoals tegen rota of PIA. Met een PIA-vaccinatie kun je de voerconversie met 0,1 verbeteren. Dat kan snel uit, zeker bij de voerprijzen van vorig jaar', zegt Schennink.
'Daarnaast is het noodzakelijk om te zorgen dat de 80 tot 85 procent gunstige bacteriën in de darmen de overhand houden. Daarvoor zijn voldoende vezels nodig. Die zorgen voor een goede eiwitvertering. Komt er veel onverteerd eiwit in de dikke darm, dan krijgen ongunstige bacteriën de overhand. Dat geeft druk op de dunne darm', legt de voedingsexpert uit.
Goede eiwitvertering
Voor een goede eiwitvertering is het nodig dat het voer lang genoeg in de maag blijft. Het evenwicht van de gunstige en ongunstige bacteriën in de dikke darm moet goed blijven. Daar komen volgens Schurink de grondstoffen met vezelfracties op om de hoek kijken. Bij die vezelfracties zitten fermenteerbare koolhydraten die de gunstige bacteriën in de dikke darm goed kunnen gebruiken en de inerte vezels die niet verteren en vocht vasthouden en de maagontlediging vertragen.
Er is een aantal grondstoffen zoals bietenpulp, palmpitschilfers, sojahullen en tarwegries met ieder hun specifieke samenstelling van de vezels. Die grondstoffen worden dan overigens wel bijna allemaal in geperste vorm aangeleverd, omdat dit transportkosten bespaart.
'Wel gaat een deel van de werking van de vezels verloren', zegt Schurink. 'Vervolgens hebben we gemerkt dat er tijdens het persen van de brok ook nog een deel van de vezelwerking verloren gaat. Hoe kleiner je de brok perst, hoe meer er verloren gaat. Dus een brokje van 2 millimeter is wat dat betreft slechter dan 3,5 millimeter. Voor zeugen gebruiken we nu vaak brokjes met 5 millimeter doorsnede. Ook experimenteren we met 8 millimeter.'
Meel voeren
'Verder kun je je afvragen of je niet met meel moet gaan werken', stelt Schennink. 'Dan mis je misschien wat voordeel dat je met persen kunt bereiken, maar je houdt de vezels wel in stand zoals ze zijn. Ook de enzymen die in de grondstof zitten of de positieve melkzuurbacteriën die bijvoorbeeld op CCM zitten, houd je in stand. Net als bijvoorbeeld de geur van bloedplasma. De eerste resultaten van meel voeren lijken goed. Je krijgt mooie glanzende varkens die hard groeien zonder problemen.'
Die goede darmgezondheid is verder essentieel om straks op termijn varkens met een krul in de staart te gaan houden. Varkens met een goede maag-darmgezondheid hebben veel minder de neiging om te gaan staartbijten.