Wyno Zwanenburg wil Coviva prominent zichtbaar maken
De Coalitie Vitalisering Varkenshouderij (Coviva) heeft per 1 april als voorzitter voormalig NVV-voorman Wyno Zwanenburg. Speerpunten worden de zichtbaarheid van Coviva en samenwerking. 'Varkenshouders en ketenpartners moeten er gevoel bij krijgen.'
Zwanenburg (59) komt op de fiets naar de afspraak in Uden, zijn woonplaats sinds zijn varkensbedrijf in het Brabantse Odiliapeel is verkocht. Ook vertoeft hij regelmatig in het Huis van de Nederlandse Provincies (HNP) in Brussel. Zwanenburg vertegenwoordigt daar FoodNL, de werknaam van de samenwerking van AgriFood Capital/Regio Noordoost Brabant, Greenport Regio Venlo en Regio Foodvalley.
HNP is in 2000 gesticht door de twaalf Nederlandse provincies en het Interprovinciaal Overleg (IPO). Vanuit het HNP organiseren de provincies en het IPO de belangenbehartiging in Brussel. Zwanenburg noemt die plek 'waardevol' voor het krijgen van een voet tussen de deur. Eind maart trof hij er leden van de BBB. Zwanenburg was blij verrast dat ze hun weg naar de Europese Unie al hebben gevonden.
U wordt voorzitter van Coviva in een enerverende tijd.
'Klopt. Er speelt ontzettend veel. Voor ik tot voorzitter werd benoemd, had ik een gesprek met landbouwminister Piet Adema. Wat mij daarin opviel, was hoe lovend hij is over onze sector en het Actieplan Vitalisering Varkenshouderij. Dat is het spoorboekje van eind 2019 van de Nederlandse varkenshouderij tot 2030.
Het actieplan moet continuïteit en langetermijnperspectief geven aan alle ketenpartijen binnen Coviva
'In het Landbouwakkoord gaat het om de route tot 2040. Vanuit onze sector is het Actieplan Vitalisering Varkenshouderij de basis. Ik reken erop dat wij geld krijgen uit de reserveringen die zijn gemaakt voor de transitie van de veehouderij. Middelen waarmee we praktische zaken kunnen oppakken die impact hebben zoals het gebruik van sensoren.'
Kunt u iets specifieker zijn over die route?
'Eerlijk gezegd niet. Ik ben niet actief betrokken bij de gesprekken over het Landbouwakkoord. Duidelijk is dat het verdienvermogen een wezenlijke is. De rek is er. Dat geluid is niet nieuw. Onze sector presteerde jaren onder hoge druk ieder jaar beter. Productiestandaarden zijn verder aangescherpt, terwijl er 'no return on investment' was. Denk aan luchtwassers. Dan loopt het businessmodel vast.
'Bij een generieke aanscherping van welzijnseisen horen in onze optiek ook beleid en afspraken die gericht zijn op de Europese markt. De sector kijkt nadrukkelijk naar verdienmodellen in binnen- en buitenland. Daar hangt onze inzet wat betreft ruimtelijke ordening, locatieontwikkeling en de snelheid van vergunningverlening ook mee samen. Het actieplan moet langetermijnperspectief en continuïteit geven aan alle deelnemende ketenpartijen binnen Coviva.'
Wat wordt uw rol daarbij?
'Die van onafhankelijk voorzitter. Het plan van Coviva rust op vijf pijlers die elk een eigen stuurgroep hebben. Ik ben de verbindende factor. De smeerolie. Ik wil nog meer ketenpartijen – denk aan alle fokkerijorganisaties – laten aanhaken, de zichtbaarheid vergroten en de noodzaak van samenwerken benadrukken. Het zal aftasten worden waar ik mijn rol kan pakken. Dat geldt ook in het contact met maatschappelijke organisaties.
'Ik merk ook dat er informatieachterstand is bij varkenshouders. Coviva is sinds de start vrijwel onzichtbaar. Eerlijk gezegd had ik ook geen volledig beeld van de organisatie. Nu pas zie ik hoeveel werk er al is verzet.'
Waarom is dat belangrijk?
'Veel varkenshouders hebben het spoorboekje en de onderlinge samenhang tussen de thema's niet goed in beeld. Dat is wel nodig om de sectorkoers te zien en daarop als ondernemer te kunnen anticiperen. Er moet meer gevoel komen bij het actieplan. Elke ketenpartij moet niet alleen zijn eigen dynamiek kennen, maar zich ook kunnen verplaatsen in die van de ander.
'Om goed samen te werken, moet je elkaar begrijpen. Maar uiteindelijk willen varkenshouders wel zien en weten wat dit voor hen oplevert. Nederland staat voor grote uitdagingen zoals het coupeerverbod per 2030. Alle ketenpartners moeten daar iets in doen. Maar om wat te kunnen bereiken, moet de onderlinge verstandhouding goed zijn.'
Wat levert het buitenland u op?
'Een brede, internationale kijk. Ik ben onder andere betrokken bij een consortium van twaalf bedrijven die in China een demonstratie- en onderzoeksbedrijf bouwden voor zeshonderd zeugen. Een soort permanent podium voor de Nederlandse varkenshouderij dat drijft op de kracht van samenwerken. Samenwerken en samenwerking realiseren lopen als een rode draad door mijn carrière.
'Het Nederlandse bedrijfsleven is individueel en competitief ten opzichte van elkaar. Op buitenlandse markten wordt er gezamenlijk opgetrokken en dan is één plus één drie. Dat moet altijd complementair zijn aan de Nederlandse varkenshouderij. Het thuisland moet er op de een of andere manier ook voordeel mee doen. Bijvoorbeeld doordat de markttoegang voor Holland Varken wordt vergroot.'
Wat is de kracht van Nederland?
'Denemarken is internationaal onze grootste concurrent, maar heeft alles ingericht op één smaak wat betreft genetica, management enzovoorts. Nederland is heel divers en stemt veel meer af op de vraag op welke markt wordt afgezet. Holland Varken gaat een uniforme, solide basis vormen onder varkensvlees uit Nederland. Een systeem dat tegen druk uit de markt kan. Dat is een gezamenlijk belang van alle ketenpartners.'
Hoe kijkt het buitenland naar Nederland?
'De Nederlandse varkenshouderij wordt internationaal gezien als dé wereldtop. Dit in tegenstelling tot hoe er in eigen land tegen de sector wordt aangekeken. Desondanks is de sector dynamisch, springlevend en is er volop ambitie. Dat zie je ook aan het grote aantal jonge ondernemers dat zich laat zien tijdens open dagen zoals onlangs bij het spermawinstation van Topigs Norsvin in Keldonk.'
Dit interview is overgenomen van Nieuwe Oogst.