Zeugenhouder Jasper Pierik kiest voor walsenstoelvoer
Alles op het bedrijf van de familie Pierik is gericht op perfecte resultaten. De overschakeling naar het nieuwe walsenstoelconcept van Coops Mengvoeders geeft weer een extra zetje. 'Ook de zestiende speen werkt nu prima en zorgt voor een hoge bigoverleving', zegt hij.
De eerste stap naar betere resultaten zette de familie Pierik in 2008 bij de bouw van een nieuwe stal op een steenworp afstand van hun oude bedrijf. Op dat moment schakelden ze over naar zeugen die vrij zijn van specifieke ziektekiemen. In 2016 volgde een uitbreiding naar het huidige aantal van 1.580 zeugen. Voor die tijd werd vlak over de grens in Duitsland een opfokstal voor de gespeende biggen gebouwd.
Het zeugenbedrijf werkt met een tweewekensysteem. Door de huisvesting van de gespeende biggen op een andere locatie en het eigen transport lukt het om de hoge gezondheidsstatus te handhaven. Al deze aspecten en niet te vergeten de goede verzorging door de medewerkers staan borg voor goede resultaten.
Verzadigd gevoel
Wel kon het nog net wat beter op het onderdeel voeding. Toen Coops Mengvoeders in september het walsenstoelconcept introduceerde, stapte Pierik daar direct op over. 'De zeugen hebben hiermee de hele dag een verzadigd gevoel', zegt hij. 'En ze kunnen het recept precies afstemmen op de behoefte van de zeugen tijdens dracht of lactatie.'
Als je technisch hoog wilt scoren, dan moet je daar veel voor doen
Coops Mengvoeders produceert het voer in charges van 3 ton. Tijdens dat proces kunnen ze tot twaalf ruwe celstofbronnen met elk zijn specifieke instelling walsen en direct inmengen met gemalen grondstoffen. 'Dat voorkomt ontmenging en zorgt ervoor dat de positieve aspecten van de ruwe vezels in de voerkorrels behouden blijven', licht nutritionist Roy Nieuwenhuis van Coops Mengvoeders toe. 'Dat is het unieke aan onze walsenstoeltechniek.'
Wat voor Pierik vooral telt, is wat hij aan de zeugen ziet. 'Het viel me bij een rondje kraamstal tijdens het voeren direct op dat alle zeugen met hun kop in de trog zaten. We hoeven steeds minder zeugen te stimuleren om te gaan vreten. Bovendien zien de dragende zeugen er sindsdien een stuk beter uit. Ze glanzen en zijn veel roziger.'
Aandacht en zeugen gericht voeren
Met het nieuwe zeugenvoer zet de zeugenhouder de puntjes op de i om de resultaten nog verder te verbeteren. Naast de hoge gezondheid en goede verzorging van de zeugen en biggen – tijdens het werpen zijn er altijd medewerkers aanwezig – krijgt de voeding van de zeugen altijd al veel aandacht. Na het in de kraamstal zetten krijgen de zeugen prelactovoer. Eerste- en tweedeworpszeugen krijgen dat tot dag drie of vier na het werpen om te voorkomen dat er te veel stuwing komt op de uier.
De oudere zeugen mogen volgens Pierik juist wel wat meer melkdruk hebben en gaan op de dag van werpen over naar lactovoer. Vanaf dag drie na werpen krijgen de zeugen viermaal daags voer. Omdat ze goed fit zijn, kunnen de toppers onder de oudere zeugen tot wel 12,5 kilo per dag op. Dit resulteert is een prima melkproductie en is goed voor de bigontwikkeling en kwaliteit.
'Als je technisch hoog wilt scoren, dan moet je daar veel voor doen', stelt de zeugenhouder. 'Ook de zestiende speen moet goed functioneren, zodat je zestien of zeventien biggen bij een zeug kunt houden en grootbrengen.'
Sinds de inzet van het walsenstoelvoer kan Pierik de dragende zeugen minder hard voeren door de verbeterde darmgezondheid en voerefficiency. 'De curve is 5 procent omlaaggezet en het verstrekken van één soort drachtvoer in de voerstations volstaat.'