Mestverwerking blijft in toekomst noodzakelijk
Er zijn veel vragen over de ontwikkeling van de mestmarkt vanwege de te verwachten effecten van de saneringsregeling en stikstofmaatregelen. Het mestoverschot zal inderdaad dalen. 'Voorlopig blijft er echter een fosfaatoverschot', zegt NCM-directeur Jan Roefs. 'Mestverwerking blijft nodig en wordt door de veranderende wetgeving mogelijk juist nog belangrijker.'
Op basis van alle bekende wetgeving heeft het Nederlands Centrum voor Mestverwaarding een inschatting gemaakt van het overschot aan fosfaat en stikstof op de Nederlandse mestbalans. De bekende wetgeving is de Subsidieregeling sanering varkenshouderij (Srv) en de Structurele aanpak stikstofproblematiek. Deze laatste regeling heeft het plafond voor de Srv verhoogd, kent een opkoopregeling voor piekbelasters en een vrijwillige beëindigingsregeling.
De effecten van deze regelingen zijn doorgeteld in de mestbalans voor 2025 en 2030. Uitgangspunt is daarbij de situatie van 2019. Toen was er sprake van een fosfaatoverschot van 30 miljoen kilo en 36 miljoen kilo stikstof. Dat overschot is via export van vooral bewerkte en onbewerkte pluimvee – en varkensmest van de Nederlandse mestmarkt verdwenen.
Fosfaatoverschot nog 20-25 miljoen kilo
Volgens de inschatting van de NCM is er in 2025 en 2030 nog steeds een overschot van fosfaat op de mestmarkt. In 2025 is dat ergens tussen de 20 en 25 miljoen kilo. En in 2030 kan het 1 tot 2 miljoen kilo hoger liggen, omdat er minder landbouwgrond is. Het is echter moeilijk om hier wat betrouwbaars over te zeggen, omdat beleidsmaatregelen een grote invloed hebben en hier nog niets over bekend is.
Het stikstofoverschot is in 2025 mogelijk geheel verdwenen. Het ligt ergens tussen een tekort van 5 miljoen kilo tot een overschot van 8 miljoen kilo. In 2030 is er dan mogelijk een overschot van 2 en 18 miljoen kilo.
Verwerkingscapaciteit nodig
Er blijft dus in ieder geval een overschot aan fosfaat en daarmee een noodzaak tot het verwerken van mest. Op dit moment is de verwerkingscapaciteit van varkensmest 9 miljoen kilo fosfaat. Om alle varkensmest die nu nog onbewerkt de grens overgaat ook te verwerken, is het dubbele nodig. 'Er komt dan wel minder varkensmest', zegt Roefs. 'Maar verwerken blijft nodig. In ieder geval zal de huidige capaciteit van 9 miljoen kilo fosfaat nodig blijven en mogelijk meer. Bijvoorbeeld als buitenlandse afnemers net over de grens geen onbewerkte mest meer accepteren.'
Een andere reden kan zijn dat er door de maatregelen en bij een gelijkblijvende export in Nederland een tekort ontstaat van dierlijke mest. Prijzen van mest zullen dan anders worden, waardoor akkerbouwers veel minder geneigd zijn om hun gebruiksruimte vol te maken. Al met al zal dat een wankel evenwicht blijven.
Hernieuwbare meststoffen
Verder stuurt de wetgeving naar verwerking. Doel is om minder kunstmest in te zetten en meer hernieuwbare meststoffen, met name dierlijke mest. Dat zijn dan wel verwerkte producten en geen onbewerkte mest, vanwege milieuredenen. 'Die verwerking hoeft overigens niet perse te gebeuren bij grote mestverwerkers', verwacht Roefs. 'Er kan ook veel op het varkensbedrijf zelf. Denk aan bronmaatregelen met scheiden van urine en mest. Dat is al een belangrijke eerste stap. Alles bij elkaar betekent het dat mestverwerking zeker nodig blijft.'