Innovatiepark: bronaanpak, verwerking en monitoring

Innovatiepark De Vlier is een samenwerking tussen vijf varkensbedrijven van Iwan Gijsbers, Twan Koppens, Angelo en Marco Swinkels, Ron Koppens en Mario van den Berg. De bedrijven, die samen 2.500 zeugen en 7.500 vleesvarkens hebben, liggen op betrekkelijk korte afstand van elkaar in Deurne. Samen willen ze werken aan een toekomstbestendige varkenshouderij die goed in het gebied en binnen de maatschappij past. Ze hebben zes ambities: nul emissie naar de omgeving, energieneutraal produceren, de mineralenkringloop sluiten, een gezonde bodem bevorderen, de CO2-voetafdruk minimaliseren en een maximale transparantie realiseren.

Mestverwerking

Om dit te bereiken gaan de ondernemers voor aanpak van de emissies bij de bron in combinatie met 100 procent mestverwerking en real-time monitoring. 'Op een centrale locatie gaan we het mestwater vergaand zuiveren waarbij naast de organisch gebonden mineralen stikstof, fosfaat en kali alleen schoon water vrijkomt', zegt Iwan Gijsbers. 'Dat water pompen we naar de vijf bedrijven toe via pijpleidingen. Alle mest en urine die de varkens produceren vangen we in het water op. Water en mest pompen we dan weer regelmatig naar de mestverwerking. Zo krijg je een rondgaand systeem.'

Mestopvang in water

De opvang van mest en urine in het water gaat er voor zorgen dat er vrijwel geen emissies zijn van ammoniak, methaan, geur en stof. De veerwerking van de mest zorgt dat ook buiten de stal er nauwelijks sprake is van emissie. Niet bij de opslag en ook niet bij de toepassing van de organische meststoffen, dus in de totale keten. Daarbij zullen de emissies in de stallen en bij de verwerking real-time worden gemonitord.

Real-time monitoring

'Ons systeem van totaalaanpak past niet in de bestaande TAC-RAV-lijstjes', zegt Gijsbers, 'en ook niet in regeling voor proefstalstatus. Vandaar dat we bij Gedeputeerde Staten een aanvraag hebben lopen om af te mogen wijken van de bestaande regels. We willen ook niet naar een systeem waarbij er een norm wordt vastgesteld die dan in de praktijk discussies oproept. We willen via de real-time monitoring van de emissies voortdurend laten zien dat we het goed doen.'

Welk systeem er exact komt voor de mestverwerking kan Gijsbers nog niet zeggen. 'We hebben uiteraard al wat op het oog, maar willen ons nog niet nu al vastpinnen op een systeem. De ontwikkelingen gaan snel. We hopen dat we onze aanpak mogen gaan testen. We hebben goede verwachtingen mede doordat er in de provinciale wetgeving al een optie is voor centrale verwerking gekoppeld met pijpleidingen. Daarnaast zijn we wel al aangewezen als proeftuin in het kader van IBP Vitaal platteland, dus dat biedt hoop.'