Methaan is met hulp van bacteriën om te zetten in biomassa die bestaat uit 60 procent eiwit. Daarmee is volgens het Finse bedrijf VTT ook een kleine biogasinstallatie al rendabel te maken. Het bedrijf ziet dat procedée als een goede optie om de import van soja te gaan beperken.
De vergisting van mest of andere stoffen in een biogasinstallatie levert als belangrijkste eindproduct methaan op. Dit wordt meestal verbrand in een gasmotor om zo duurzaam geproduceerde elektriciteit op te wekken. Daarnaast wordt biogas na reiniging op het aardgasnet geïnjecteerd. Dergelijke installaties zijn niet zomaar winstgevend te maken, maar volgens VTT is het omzetten van methaan in eiwit wel op al op kleine schaal rendabel te maken.
Om eiwit te kunnen produceren uit biogas heeft VTT daarom een bijzondere methode ontwikkeld. Die maakt gebruik van het vermogen van zogeheten methanotrofe bacteriën om methaan te gebruiken als bron van koolstof en energie. In een gasfermentor produceren die een biomassa met een gehalte van 60 procent microbieel eiwit (single-cell protein). Deze biomassa wordt vervolgens gefilterd, gepasteuriseerd en gedroogd.
De methode is momenteel nog niet geheel praktijkrijp. VTT gaat daar de komende tijd aan werken. Daarnaast zullen er testen worden uitgevoerd naar de bruikbaarheid van het eiwit in het veevoer. De verwachtingen hiervan zijn goed. Uit studies met microbieel eiwit is gebleken dat ze vlees, soja, ei-eiwitten of vis in voer of zelfs voedsel kunnen vervangen. Voor Finland en ook Europa is dat van belang om minder afhankelijk te zijn van de import van soja.
Die methanotrofe bacteriën zijn overigens niet alleen in te zetten voor de productie van eiwit. Ze kunnen ook grondstof maken voor biologisch afbreekbaar plastic. De biomassa bestaat dan voor de helft uit bio-afbreekbaar plastic en voor dertig procent eiwit.