Scannen voor werpen en bij spenen
Bij inzetten in de kraamstal wordt de spekdikte van alle zeugen gescand. Bij spenen nog een keer. Dan kun je in de dracht heel gericht voeren, zegt Jörgen Lindberg manager van het in China gevestigde Deense bedrijf Lianyungang Scandinavian Farms Pig Industries Limited.
Bij inzetten in de kraamstal moet je de spekdikte van alle zeugen scannen en bij spenen nog een keer. "Dan kun je in de dracht heel gericht voeren", zegt Jörgen Lindberg manager van het in China gevestigde Deense bedrijf Lianyungang Scandinavian Farms Pig Industries Limited.
De Deen is in China manager van vier bedrijven met in totaal 14.300 zeugen. Het nieuwste bedrijf dat sinds 1 oktober in productie is, heeft 7.700 zeugen. Op dit bedrijf krijgen de zeugen individueel hun voer, zowel in de dracht als in het kraamhok met systemen van Nedap. Ook op de andere bedrijven lopen de zeugen in groepshuisvesting met voerstations. Een systeem waar de manager al ervaring mee had toen hij zelf varkenshouder was en daarna manager op varkensbedrijven in Denemarken. De Deense bedrijven in China zijn geheel volgens Deense normen gebouwd. Mede daarom is er groepshuisvesting van de zeugen.
De zeugen in het kraamhok krijgen hun voergift op basis van de spekdiktemeting bij inzet in het kraamhok. Daarbij is het van belang of de zeug na spenen nog een ronde verder mag of als slachtzeug weggaat. Een slachtzeug mag dan wat meer spek verliezen. Met het individueel voeren van de zeugen in de kraamstal verwacht Lindberg het conditieverlies in de kraamstal beter te kunnen sturen en de productie verder te kunnen opvoeren. Momenteel ligt die productie op 32 biggen per zeug per jaar.
Na spenen wordt de spekdikte van de zeugen opnieuw gemeten. Via de voerstations krijgen de dragende zeugen dan de voerhoeveelheid die bij hun conditie en worpnummer past. De zeugen komen daarbij vanaf 4 dagen na dekken al in de groep. Dat is volgens Lindberg nu ook Deense wetgeving.
De biggen van dit bedrijf gaan naar een vleesvarkensbedrijf met 58.000 plaatsen. De vleesvarkens komen in grote groepen met Nedap Sorters. Dat heeft naast het gericht voeren, volgens Lindberg het voordeel dat hij voortdurend zicht heeft op hoeveel dieren van een bepaald gewicht hij heeft. "In China zijn er geen vaste contracten met slachterijen. Iedere week opnieuw onderhandelen we met zes slachterijen over de leveringen en prijzen. In de toekomst wil ik op basis van de info van de Sorters gericht een week vooraf partijen varkens gaan aanbieden."
De bedrijven zijn allemaal SPF opgestart. Enige echte probleem waar ze mee kampen is Clostridium, die kiem is moeilijk in de hand te houden door de hoge temperaturen in de zomer. De zeugen worden ingeënt tegen varkenspest, de ziekte van Aujeszky en Mond-en-Klauwzeer. Als grootste dreiging ziet Lindberg Afrikaanse varkenspest. China doet er volgens hem alles aan om deze ziekte buiten de deur te houden. Maar mocht dat wel gebeuren dan zijn volgens de Deen de rapen gaar. "Met de vele backyard farms zal het dan niet lukken om verspreiding van de ziekte te voorkomen, net als dat in Rusland tot op heden niet lukt."