Zeugen via sorteerstation aan de snijmais
De toekomst van de groepshuisvesting van dragende zeugen ligt bij het gebruik van een sorteerstation en het voeren van snijmais. Dat vindt althans stalinrichter Hölscher en Leuschner. Op hun stand op EuroTier laten ze het sorteersysteem zien.
De toekomst van de groepshuisvesting van dragende zeugen ligt bij het gebruik van een sorteerstation en het voeren van snijmais. Dat vindt althans stalinrichter Hölscher en Leuschner. Op hun stand op EuroTier laten ze het sorteersysteem zien.
De zeugen zullen dagelijks door het station gaan. Ze worden gewogen met behulp van een 3D-camera en dan op basis van hun conditie gesorteerd en naar een van de twee vreetruimtes gestuurd.
In de vreetruimtes krijgen de zeugen dan onbeperkt brijvoer. De zeugen in het begin van de dracht die hun conditie nog moeten opvijzelen krijgen een hoogwaardig rantsoen met daarin 45 procent snijmais en gefermenteerde granen. De zeugen waarbij de conditie (te) goed is krijgen een brijvoer met 75 procent snijmais. De snijmais is fijn gehakseld om de verwerking in het brijvoersysteem mogelijk te maken.
Bij de ontwikkeling van met name de rantsoenen werkt H&L samen met professoren Josef Kamphues en Christian Visscher van de universiteit in Hannover. Volgens deze wetenschappers past een rantsoen met voldoende ruwe celstof veel beter bij de behoefte van dragende zeugen. Een zeug heeft met drie kilo mengvoer de buik niet gevuld, ze kan gemakkelijk het dubbele vreten voor ze is verzadigd. Ze zullen door de hogere voeropname rustiger worden. Door de hogere voeropname in de dracht zal de zeug ook minder moeite hebben om in de lactatie grote hoeveelheden te eten. Daarnaast heeft het gebruik van ruwvoer in de dracht een positief effect op de darmwerking. Er komt meer energie vrij door fermentatie in de dikke darm en dat heeft volgens de onderzoekers een positief effect op het werpproces.