Zeugen wegen

Gerben Roerdink, bedrijfsleider op een varkensbedrijf in het Duitse Oeding, legt een sterke focus op de conditie van zijn zeugen. Achterliggende gedachte: een betere conditie van de zeugen leidt tot méér biggen en tot biggen van een hogere kwaliteit.

Standaard meet hij daarom de spekdiktes bij de zeugen wanneer ze het kraamhok binnenkomen en wanneer ze het kraamhok verlaten. Deze informatie gebruikt hij om het voerniveau te bepalen in de eerste maand na inseminatie.

Begin vorig jaar ging Roerdink nog een stapje verder. “Ik was niet alleen benieuwd naar de spekdiktes, maar wilde het totale gewichtsverlies van de zeugen ook wel eens weten.” Hij woog circa honderd zeugen tien tot twaalf dagen voor het werpen en deed dat opnieuw bij het spenen. De hoogdrachtige zeugen wogen gemiddeld 265 kilo, bij een gemiddeld worpnummer van 3,8. Bij het spenen was het gemiddelde gewicht van de zeugen gedaald tot 225,3 kilo.

Dat betekent een gemiddeld gewichtsverlies van 39,7 kilo, maar dat is wel inclusief het gewicht van de biggen. “Na verrekening van de biggen, bleef er een netto gewichtsverlies over van 14,7 kilo per zeug. Dat is 6,07 procent, terwijl tien procent een veel gebruikt referentiegetal is. Ik was wel tevreden over deze score. Omdat ik voortdurend op conditie stuur, verwacht ik dat dit gewichtsverlies verder af zal nemen.“

Meer over Gerben Roerdink en zijn werkwijze bij bedrijf in beeld.