Spek en spierdikte versus groei bij beren

Kasper BekkerIn mijn vorige blog schreef ik uitvoerig over de op handen zijnde veranderingen in de nieuwe Maskes in Duitsland. Mijn inschatting dat TOPIGS vleesvarkens beter zouden uitkomen is meer dan bewaarheid geworden. Sterker nog: De slachterijen hebben de Maskes allemaal naar beneden bijgesteld omdat de nieuwe uitkomsten onbetaalbaar bleken.

Ook na de recente correcties, kunnen we nog steeds spreken van een verbetering. TOPIGS genetica komt nog steeds beter uit. Misschien is de meest in het oog springende verandering dat de meeste geslachte beren alleen nog maar op buikvleespercentage worden uitbetaald. Het algemene gebrek aan spierdikte bij beren wordt op deze manier op een iets vriendelijker wijze vertaald in opbrengst.

Als reactie op bovenstaande merk ik dat varkenshouders en handelaren zich nu oriënteren op eindberen uit een minder luxe segment die wel bekend staan om meer daggroei. Op zich een ogenschijnlijk logische reactie. Toch is het oppassen geblazen!

Inmiddels beschikt TOPIGS over programma’s die nauwkeurig berekenen wat de financiële verschuivingen zijn in de verschillende afrekenmodellen voor de vleesvarkens. Uiteindelijk zijn alle Maskes en uitbetalingssystemen redelijk eenvoudig terug te vertalen naar spek- en spierdiktes.

De invloeden van spek- en spierdiktes bij gelten op AutoFOM en beren op buikvlees zijn vergelijkbaar met die van borgen en gelten op FOM (prikpistool in Duitsland). Voor elke mm spek extra moet ongeveer 50 gram groei worden gerealiseerd om dit financieel te compenseren. Voor elke mm spier is dat ongeveer 10 à 15 gram groei. Op deze manier kun je dus al snel uitrekenen dat een iets minder luxe eindbeer al snel 80 tot 100 gram daggroei meer moeten vererven om financieel niet achteruit te gaan.

Bij borgen en gelten op AutoFOM is 1 mm spek gelijk aan 70 gram groei en 1 mm spier gelijk aan 25 gram groei.
In Nederland liggen deze waardes duidelijk dichter onder handbereik. Het meest progressief is de uitbetalingsystematiek van Vion waarbij spek- en spierdikte naast het vleespercentage via aparte tabellen worden betaald. Hier staat 1 mm spek financieel gelijk met ongeveer 35 gram groei en 1 mm spier met slechts 7 gram daggroei.

Tegenvallende groei bij met name de beren is vaak een gevolg van suboptimale gezondheid en een niet goed passend voer. Beren zijn gevoeliger voor balansverstoringen en reageren heftiger. Op bedrijven waar deze voorwaarden goed zijn ingevuld zie je dat beren zelfs uistekende groei- en voederconversiecijfers laten zien. Kijk bij mindere prestaties dan ook als eerste naar deze basisvoorwaarden.

Kortom:
Wisselen van eindbeer?
Bezint eer ge begint!
En vraag advies aan adviseurs die echt weten van de hoed en de rand.

Kasper Bekker
Regiomanager TOPIGS Noord

Online kennissessies

Vitale Varkenshouderij

Meld je hier aan

Stelling

Loading

Weer

  • Zaterdag
    14° / 8°
    20 %
  • Zondag
    15° / 4°
    20 %
  • Maandag
    11° / 8°
    95 %
Meer weer