Goed biggennest effectief bij ‘bejaarde’ zeug

Een biggennest verwarmen met een infrarood paneel blijkt een goede greep om doodliggen te beperken. Vooral bij de ‘bejaarde’ zeugen –zesde worps en ouder- werkt zo’n paneel beter dan een biggenlamp, blijkt uit een vergelijkend onderzoek uitgevoerd door de Iowa State University.

Pasgeboren biggen hebben een warme omgeving zonder tocht nodig. Met een infrarood paneel boven het biggennest is in principe gemakkelijker een microklimaat te creëren dan met een biggenlamp. Getest is met de FarrPro Haven. Hierbij zit het infrarood element onder een gebogen plaat die de warmte goed verdeeld over het hele biggennest. Volgens de producent liggende biggen hierdoor beter verdeeld over het hele nest en blijven de biggen hierdoor verder van de zeug weg. De onderzoekers van Iowa State hebben gekeken of zo’n beter microklimaat effect heeft op de resultaten. Is de uitval lager en de groei van de biggen hoger?

In totaal zijn de resultaten van ruim 200 tomen vergeleken. De ene helft van de biggen groeide daarbij op met een biggenlamp als warmtebron, de andere helft lag onder het infrarood paneel. De zeugen die in het onderzoek meedraaiden zijn onderverdeeld in jonge zeugen (eerste en tweede worp), zeugen van worpnummer drie tot en met vijf en de zeugen van de zesde worp en ouder. Bejaarde zeugen noemen de onderzoekers deze groep.

Er werd in het onderzoek geen effect vastgesteld op de groei van de biggen. Die was bij de biggen onder de infrarood kap 252 gram per dag en bij de biggen onder de warmtelamp 260 gram per dag.

Bij de uitval leek er wel een verschil te zijn. Bij de infrarood kap lag de uitval op 9,67 procent tegenover 12,04 procent bij de biggenlamp. Een verschil van ruim 2 procent dus. Het verschil was echter niet groot genoeg om significant te zijn.

Minder doodliggen

Wel was er een significant verschil bij het percentage uitval door doodliggen. Bij de infraroodkap was dit 4,05 procent tegenover 6,04 procent met de biggenlamp. De hogere uitval door doodliggen zit vooral bij de oudere zeugen. Bij de infrarood panelen was het percentage doodliggen 5,07 procent, bij de biggenlamp was dat ruim het dubbele met 11,04 procent. Ook de totale uitval bij de oudere zeugen was dudelijk verschillend: 10,16 procent bij gebruik van de infrarood kap tegenover 19,23 procent met de biggenlamp.

In het onderzoek is ook gekeken naar het energieverbruik. Dat is bij de infraroodpanelen de helft van het energieverberuik van de wamtelampen. De hogere investering in het infraroodpaneel -400 dollar voor twee kraamhokken- is hiermee in zes jaar terugverdiend (bij spenen op 3 weken). De ruim twee procent lagere uitval levert daarnaast gemiddeld bijna 30 dollar op per ronde, uiteraard afhankelijk van biggenprijzen.  Per paneel, dat boven twee nesten ligt is dat 60 dollar per ronde.  Daarmee daalt de terugverdientijd naar ongeveer een jaar.

Lees hier het uitgebreide Onderzoek infrarood paneel.