De Chinese factor

En daar sta je dan ergens in de buurt van Shanghai, op een backyard varkensbedrijf. Eén van de ruim 1 miljoen die China rijk is. Backyard farms zijn op dit moment goed voor 75 procent van de varkens in China. Het lijkt alsof ik terug ben in mijn vroege jeugd. De hokken lijken veel op wat toen (begin jaren 70) ook nog gangbaar was in Nederland, lage donkere hokken, zonder veel klimaatbeheersing of voerautomatisering.

Deze backyard farms hebben een groot kostprijsvoordeel. Ze werken zonder loonkosten en hebben nauwelijks voerkosten; de varkens krijgen wat de boer in de buurt kan vinden. De investeringskosten in gebouwen zijn laag. De productiekosten bij de integraties (de gigabedrijven met tienduizenden zeugen) liggen al snel een procent of 30 hoger.

Toch wil de overheid de grootschalige varkenshouderij stimuleren en geeft integraties enorme subsidies om de varkensproductie op te voeren. De integraties hebben namelijk als voordeel dat ze meer de zekerheid geven dat de groeiende stedelijke bevolking van China veilig en voldoende varkensvlees krijgt. Varkensvlees is namelijk een basisbehoefte van de Chinees. Het is dus van sociaal en politiek belang dat er voldoende van is.

De integraties zijn ook een belangrijk instrument bij het verhogen van de efficiëntie. Iets wat hard nodig is als je naar de povere technische resultaten kijkt. Zeugen produceren ongeveer 15-16 biggen per jaar. De voerconversie ligt op 3,5.

En dat laatste is iets wat je, staande op het Chinese platteland, een beetje de kriebels geeft. In de toekomst hebben Chinese varkens heel veel voer nodig, zelfs al verbetert de efficiëntie. Er komen er meer in integratieverband, bedrijven die in tegenstelling tot de backyard farms wel al hun voer bij de voerfabriek bestellen.

En al dat voer is er in China niet, er moet op de wereldmarkt worden bijgekocht. Zelf zeggen ze dat ze maar beperkt gaan inkopen maar ik weet niet zeker of ze die belofte waar kunnen maken. Gevolg: duurder voer overal in de wereld.

De Chinezen hebben echter ook berekend dat het efficiënter is varkensvlees te kopen dan veevoer. Mogelijk wordt het land dat de meeste varkens van de wereld heeft, daardoor een varkensvleesimporteur van belang. Dat is weer positief voor de varkensprijs.

China wordt, met zijn massa en macht, een invloedfactor op de wereldmarkt voor vlees of voer. En dus een factor die de rendementen van de varkenshouderij in Europa beïnvloedt. Je voelt dat gewoon als je er rondreist.
 

Peter Loenen
Communicatiemanager TOPIGS