5 procent van de zeugenhouders in Noordrijn-Westfalen stopt ermee
De komende twee jaar stopt 5 procent van de bedrijven in de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen met het houden van zeugen. Dat blijkt uit een verplichte inventarisatie naar de plannen voor het ombouwen van de dekafdeling.
Zeugenhouders hadden tot 9 februari de tijd om bij hun dierenarts door te geven wat de plannen zijn voor het verbouwen van de dekafdeling, of dat wordt gestopt met het houden van zeugen. Weekblad Landbouw en plattelandsleven inventariseerde de uitkomst daarvan voor de deelstaat Noordrijn-Westfalen. In de aan Nederland grenzende deelstaat wordt – samen met de deelstaat Nedersaksen – meer dan de helft van alle varkens in Duitsland gehouden.
Uit de inventarisatie blijkt dat een kleine 10 procent van de zeugenhouders (inclusief biologische bedrijven) de zeugen in de dekstal al 5 vierkante meter bewegingsruimte geeft. Bijna 85 procent van de zeugenhouders heeft plannen ingediend om de dekafdeling te verbouwen. De resterende 5 procent geeft aan binnen twee jaar te stoppen met het houden van zeugen. Enkele van die ondernemers wil overstappen op het houden van vleesvarkens.
In groepen
Volgens de Duitse dierenwelzijnsverordening moeten zeugen in de dekstal ook in groepen worden gehouden. Voor dekstallen die in gebruik zijn genomen of zijn goedgekeurd vóór 9 februari 2021 geldt een overgangsperiode tot 9 februari 2029. Vermeerderaars die na die datum nog zeugen willen houden, moesten uiterlijk 9 februari 2024 een ombouwplan afgeven bij de dierenartsenpraktijk. De bouwaanvraag moeten zij uiterlijk 9 februari 2026 hebben ingediend.
De nieuwe Duitse welzijnsstandaarden zorgen al langer voor een leegloop in de varkenshouderij. In de deelstaat Noordrijn-Westfalen kromp de varkenshouderij tussen november 2021 en mei 2022 ook al met 3,4 procent. In 2023 zette die trend voort.