Kosten lopen fors op bij dierwaardige veehouderij
Het aanpassen van stallen aan nieuwe eisen voor een dierwaardige veehouderij vergt een investering die kan oplopen tot 5 miljard euro. Verder lopen de operationele kosten voor veehouders op naar 1,1 miljard tot 1,3 miljard euro voor de hele sector.
Dat zei Gé Backus, directeur van Connecting Agri & Food en lid van de Raad voor Dierenaangelegenheden, donderdag in de Tweede Kamer. Daar was een rondetafelgesprek met belangenorganisaties en Tweede Kamerleden over het in 2022 aangenomen amendement van Leonie Vestering van de Partij voor de Dieren dat vergaande aanpassingen van veehouderijsystemen vergt en een reparatiewet die landbouwminister Piet Adema daaropvolgend heeft ingediend.
Tijdens het rondetafelgesprek wees Backus er ook op dat het voor veehouders vrijwel onmogelijk is om nu een vergunning te krijgen voor het aanpassen en verbouwen van bepaalde stallen. Bij de berekening van het kostenplaatje is er bovendien al rekening gehouden met een krimp van 20 tot 30 procent van de veestapel als gevolg van het stikstofbeleid. 'Een boer kan deze omschakeling niet maken zonder compensatie van de extra kosten.'
Verbod op bepaalde ingrepen
Het amendement-Vestering noemt geen concrete maatregelen, maar doelt op het verbieden van beperkingen in het natuurlijke gedrag van dieren en ingrepen die als doel hebben om dieren in een stalsysteem te kunnen houden. Bij uitvoering daarvan kan dat een verbod betekenen op onthoornen, couperen en snavelknippen. Daarnaast vragen aanpassingen aan natuurlijk gedrag om uitloopmogelijkheden, meer vierkante meters per dier en het houden van jongen bij het moederdier.
Onduidelijk is nog wat het amendement-Vestering in de praktijk voor veehouderijen betekent. Sectorpartijen en dierenorganisaties hebben een convenant opgesteld, maar dat proces is door de val het kabinet stilgevallen. Verschillende organisaties, waaronder LTO Nederland, pleiten ervoor om de lijn van de in het convenant gemaakte afspraken vast te houden. Een autoriteit zou de voortgang die de sector boekt moeten monitoren en bewaken.
Tijd en ruimte
'Ik zit hier met buikpijn. Wij zijn niet tegen meer dierenwelzijn, maar veehouders moeten wel de tijd en ruimte krijgen om dit te realiseren', zegt Jeannette van der Ven, portefeuillehouder Gezonde Dieren bij LTO Nederland.
Het vergezicht, een veehouderij waarin dieren hun natuurlijke gedrag kunnen tonen, wordt bemoeilijkt door andere opgaven op het gebied van emissies en milieu. Bovendien moet er een goed verdienmodel onder liggen, bepleiten partijen.
Zekerheid op lange termijn
Annechien ten Have, die als varkenshouder het varkensvleesmerk Hamlet ontwikkelde, vindt dat de verantwoordelijkheid voor deze transitie in de hele keten tot aan de consument moet liggen. 'Dat is cruciaal. De overheid loopt achter de muziek aan. Voorlopers hebben juist flexibiliteit en zekerheid op de lange termijn nodig.'
Adema heeft een wijziging op het amendement-Vestering ingediend die de uitvoering daarvan moet concretiseren. Die reparatiewet biedt de mogelijkheid om met algemene maatregelen van bestuur sectorbrede maatregelen te nemen waarmee natuurlijk en soortspecifiek gedrag van dieren kan worden geborgd. Hij voorziet een deadline voor het aanpassen van stallen in 2040.
Onvoldoende borging
Wetenschappers van onder meer Wageningen University & Research en de Universiteit Utrecht hebben zich ook over het vraagstuk gebogen. Zij zien zowel in het amendement als de wijziging daarop van de minister onvoldoende borging van een dierwaardige veehouderij. Hoogleraar dierenwelzijn Bas Rodenburg van de Universiteit Utrecht mist concrete en handhaafbare maatregelen.
'Het couperen van varkensstaarten is in de EU sinds 1994 verboden. Toch heeft slechts 1 procent van de dieren een staart die nog intact is', zegt Rodenburg.
Fleur Hoorweg, onderzoeker dierenwelzijn en diergezondheid aan Wageningen University & Research, vindt dat een stip op de horizon zetten niet voldoende is. Ook de stappen daarnaartoe vragen om borging. 'Het huidige veehouderijsysteem is gebouwd op economische efficiëntie. Dat is wat anders dan het dier centraal stellen en daar een verdienmodel aan koppelen.'
Afronding besluitvorming
De politieke besluitvorming over de aanpassing aan de Wet dieren nadert zijn afronding. Maandag spreekt de Tweede Kamer met Adema over zijn reparatievoorstel. Komt de minister niet tot een akkoord met de Tweede Kamer, dan gaat het amendement van Vestering onveranderd in op 1 juli van dit jaar.
Voor de veehouderij is het van belang dat dat laatste niet gebeurt. De vrees bestaat dat dierenorganisaties na het ingaan van de wet via de rechter handhaving daarvan gaan afdwingen.