Zoönoseonderzoek bij tweehonderd vleesvarkensbedrijven in 2024
Een selectie van tweehonderd bedrijven met vleesvarkens wordt verplicht mee te doen aan een onderzoek naar zoönosen. Europese wetgeving schrijft voor om ziekteverwekkers in beeld te brengen die voedselproducerende dieren bij zich kunnen dragen en waar mensen ziek van kunnen worden. In 2024 wordt de focus gelegd op de vleesvarkenshouderij.
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) geeft sinds 2013 jaarlijks opvolging aan het project 'Surveillance zoönotische ziekteverwekkers bij landbouwhuisdieren'. Dit voert het RIVM uit in samenwerking met de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en Wageningen Food Safety Research (WFSR). In 2022 is de vleeskalversector onder de loep genomen, in 2021 de melkveehouderij, in 2018-2019 waren het de vleeskuikens, in 2017 de vleesrunderen en in 2016 de melkgeiten- en melkschapenhouderij.
In 2013-2014 is de vleesvarkenshouderij al eens aan de beurt geweest en tien jaar later zullen steekproefsgewijs tweehonderd vleesvarkenshouders worden benaderd om verplicht deel te nemen aan het zoönoseonderzoek.
Inspecteurs van de NVWA bezoeken de bedrijven en nemen monsters van de dieren, zoals mestmonsters, stofmonsters, speekselmonsters of neusswabs. Deze worden bij WFSR geanalyseerd op onder meer campylobacter, Clostridioides difficile, ESBL-producerende bacteriën, hepatitis E, methicilline-resistente Staphylococcus aureus (MRSA), salmonella, shigatoxineproducerende E. coli (Stec), Streptococcus suis en yersinia. Ook vullen ze samen met de veehouder een vragenlijst in over het bedrijf.
Verplicht en vrijwillig deel
Het onderzoek bestaat uit twee delen waarvan het eerste deel verplicht is. Dit is het onderzoek naar het voorkomen van zoönotische ziekteverwekkers bij varkens. Deelname aan het tweede deel van het onderzoek is vrijwillig; welke van die ziekteverwekkers worden bij de varkenshouder, zijn gezinsleden en eventuele medewerkers gevonden.
De RIVM benadrukt dat de resultaten van de tweehonderd deelnemende vleesvarkensbedrijven volledig geanonimiseerd worden verwerkt. Ook hebben de uitslagen geen consequenties voor de onderzochte varkens of de deelnemende bedrijven. Wel worden de geanonimiseerde resultaten van dit onderzoek gedeeld met de Europese Voedselveiligheidsautoriteit.