28 procent Deense varkensbedrijven PRRS-positief

Het Deense monitoringsprogramma is gebaseerd op het jaarlijks nemen van bloedmonsters die worden geanalyseerd op PRRS-antilichamen (type 1 & 2) en klinische onderzoeken door producenten en dierenartsen. Dit wordt uitgevoerd in opdracht van de Deense veterinaire en voedseladministratie. Deze dienst heeft de resultaten van de serologische PRRS-status vergeleken tussen de metingen in januari 2021 en mei 2023.

Steeds meer Deense zeugenbedrijven lukt het om het PRRS-veldvirus buiten hun stallen te houden. In mei 2023 was 62 procent van de bedrijven met zeugen serologisch negatief voor PRRS, in januari 2021 lag dat percentage op 57. Uit de meting in 2023 blijkt dat 28 procent van de zeugenbedrijven seropositief test, 2 procent hoger dan in 2021.

Bij gesloten varkensbedrijven is het weren van het PRRS-veldvirus flink verbeterd. Was in 2021 zo'n 45 procent van de bedrijven seronegatief voor PRRS, in 2023 is dat uitgekomen op 59 procent. Het percentage seropositief geteste gesloten varkensbedrijven is 22, terwijl dat in 2021 op 12 lag. Dat verschil is te verklaren doordat nu nog maar bij 18 procent van dit type bedrijven de PRRS-status onbekend is, in 2021 was dat bij 43 procent nog het geval.

Beter inzicht in PRRS-status

De monitoringsresultaten bij vleesvarkensbedrijven zijn verbeterd. Was in 2021 slechts 23 procent van de bedrijven met vleesvarkens seronegatief, in 2023 is dat meer dan verdubbeld (51 procent). Wel is het percentage seropositief geteste vleesvarkensbedrijven toegenomen van 12 naar 29. Dit komt doordat nu bij veel meer bedrijven de PRRS-status is vastgesteld. In 2021 was bij 65 procent van dit type varkensbedrijf de PRRS-status onbekend, in mei 2023 is dat zo bij 17 procent van de bedrijven met vleesvarkens.