Martin Houben richt zich op verlagen CO2-voetafdruk
Varkenshouder Martin Houben in het Limburgse Ysselsteyn heeft het verlagen van de CO2-voetafdruk van zijn varkensvlees hoog in het vaandel. Om dat te bereiken heeft hij van alles op zijn bedrijf aangepast.
Een belangrijke reden van de lage CO2-voetafdruk zijn de enorme hoeveelheden circulair voer die varkens verwerken. Met deze restproducten die vrijkomen bij de voedselproductie, maakt een varken hoogwaardige eiwitrijke voeding voor de mens en voorkomt het emissies.
'Een varken kan deze restproducten beter verwerken dan een koe of een kip. Een varken is dan ook het meest circulaire dier', stelt Houben.
Voerkosten
Het inzetten van circulaire grondstoffen is in de varkenshouderij ooit gestart om de voerkosten binnen de perken te houden. Nu heeft dit een veel belangrijkere betekenis.
Bij de productie van onze varkens hebben we steeds minder fossiele energie nodig
'Waar veel mensen wonen, wordt veel voedsel geproduceerd. De producten die daarbij overblijven, zijn doorgaans vochtrijk. Dan kun je ze drogen, maar dat kost veel energie. Het is efficiënter om ze aan het varken te voeren in plaats van droogvoer waar je veel drinkwater bij nodig hebt', legt de Limburgse varkenshouder uit.
Circulaire voeders
Houben richt zich op zijn varkensbedrijven al jarenlang op een zo hoog mogelijk aandeel circulaire voeders in het rantsoen. Zijn doel is 65 procent vochtrijke voeders en 10 procent producten die vanwege schoonheidsfouten niet geschikt worden geacht voor menselijke consumptie. De overige 25 procent zijn voergranen en eiwitrijke producten die grotendeels uit de regio komen.
De varkensmest gaat naar de vergister waar bacteriën er bij een temperatuur van 37 graden mee aan de slag gaan en biogas produceren. Dit methaan zou anders in de opslag uit de mest ontsnappen en een sterk broeikaseffect geven. Nu wordt het biogas opgevangen en vier warmtekrachtinstallaties maken er stroom van die de varkenshouder aan het elektriciteitsnet levert.
Win-winoplossing
Houben gebruikt de warmte op zijn eigen bedrijf. De mestvergisting is dus een win-winoplossing. Er komt veel minder broeikasgas vrij en het levert juist energie voor huishoudens en het bedrijf. 'Liever nog zou ik van het biogas groen gas maken. Dat is nog efficiënter. Maar de huidige impasse in de regelgeving houdt dit tegen', zegt de ondernemer.
'Na het vergisten blijft er een waardevolle meststof over die naar Duitse akkerbouwers gaat waardoor zij minder kunstmest nodig hebben. Dat verlaagt ook de CO2-voetafdruk. Deze akkerbouwers zitten dichterbij dan akkerbouwers in Groningen of Zeeland, wat weer CO2 bij het transport bespaart', legt de varkenshouder uit.
De warmte uit de stallen wordt in luchtwassers opgevangen. Die wordt gebruikt om de vloeren in de kraamafdelingen en bij de jonge biggen te verwarmen. De vloeren bij de zware vleesvarkens worden gekoeld en ook die warmte wordt hergebruikt. Houben: 'Bij de productie van onze varkens hebben we steeds minder fossiele energie nodig.'