Baby Big Health Check: goede start voor betere prestaties na spenen
Krijgen de biggen genoeg biest, welke ziekteverwekkers spelen mogelijk een rol in het kraamhok, hoe zit het met de ijzervoorziening? Vragen waar de Baby Big Health Check met een praktijkcheck en sneltesten antwoord op geeft. Zodat problemen snel worden aangepakt en de biggen een goede start maken.
Dat een goede start van biggen in het kraamhok essentieel is, is voor zeugenhouders een open deur. Maar het is niet altijd eenvoudig om uit te vinden waarom de start van biggen niet goed gaat. Als er al onderzoek wordt gedaan, duurt het vaak lang voordat er duidelijkheid is. Daarom heeft Ceva Santé Animale de Baby Big Health Check ontwikkeld die snel duidelijkheid kan geven. Marketingmanager Swine Peggy De Backer en dierenarts Steven Van Colen leggen uit wat deze check voor de zeugenhouder betekent.
Waar bestaat de Baby Big Health Check uit?
De Backer: ‘Uit een uitgebreide checklist van alle belangrijke kenmerken rondom de geboorte van biggen en het management in de kraamstal. Het gaat onder andere over de biestopname, de vaccinaties die zeugen krijgen, het behandelen van de biggen en hoe goed de ijzervoorziening van de biggen is.
'Voor die ijzervoorziening hebben we al langer een snelle test beschikbaar. Er is nu ook een sneltest beschikbaar voor de belangrijkste verwekkers van diarree bij pasgeboren biggen. En een test waarmee we gemakkelijk en beter de coccidiosestatus op het bedrijf kunnen vaststellen.’
Na de check kunnen we samen kijken welke aanpassingen nodig zijn om de gezondheidsstatus snel te verbeteren
Wie voert de Baby Big Health Check uit?
De Backer: ‘Een van onze dierenartsen gaat naar het bedrijf en voert daar de healthcheck uit.’
Van Colen: ‘We beginnen in de kraamafdeling met pasgeboren biggen. Daar kijken we goed naar de buikvulling. Nemen de biggen genoeg biest op, zijn er gezondheidsproblemen zoals diarree? Hoe liggen de zeugen erbij, laten ze de biggen goed drinken? Verder vragen we aan de zeugenhouder welke vaccinaties de zeugen krijgen om de biggen te beschermen.
'Als er diarree optreedt, nemen we mestmonsters bij drie tomen met biggen van enkele dagen oud. In onze testkit zitten speciale buisjes waar we het monster in doen en dat geeft dan snel een uitslag. Met die test vinden we de belangrijkste ziekteverwekkers van geboortediarree bij de biggen: Clostridium perfringens, rotavirus en E. coli met aanhechtingsfactoren F4, F5, en F41. Dus al tijdens het bedrijfsbezoek kunnen we aangeven welke ziekteverwekkers mogelijk voor problemen zorgen op het bedrijf.’
Wat kan de zeugenhouder hiermee?
Van Colen: ‘Om geboortediarree te voorkomen zijn verschillende zaken van belang. Ten eerste de vaccinatie van de zeugen. Die moet goed passen bij de ziekteverwekkers die op het bedrijf voorkomen. De sneltest van de Baby Big Health Check laat zien of de vaccinatie van de zeugen overeenkomt met de ziekteverwekkers die we vinden. Op basis hiervan kunnen we het vaccinatieschema van de zeugen aanpassen.
‘Uiteraard is het ook van belang dat biggen goed biest opnemen, want via de biest krijgen ze de antistoffen tegen de ziekteverwekkers binnen. Daarom nemen we de biestopname ook mee en geven we de zeugenhouder advies over zijn biestmanagement.’
Hoe werkt de coccidiosetest?
De Backer: ‘Heel eenvoudig met een schuursponsje. Dat werkt veel gemakkelijker dan andere manieren van mestmonsters nemen. Met het schuursponsje verzamelt de dierenarts tijdens de ronde mest op en tussen de roosters. In totaal neemt hij met drie sponsjes monsters bij negen tomen biggen van 2 tot 3 weken oud.
'Voor het onderzoek op coccidiose hebben we een nieuwe PCR-test ontwikkeld die de ziekteverwekker rechtstreeks aantoont. Die test wordt uitgevoerd door DGZ Vlaanderen. De uitslag van dit onderzoek is binnen een week bekend.’
Wat is het belang van de check op ijzervoorziening?
De Backer: ‘De ijzervoorziening testen we bij de biggen van 3 weken oud. Dan moeten ze nog voldoende voorraad hebben. IJzer is nodig voor meerdere processen. Bekend is dat het onderdeel is van hemoglobine in het bloed en dat hemoglobine nodig is voor het transport van zuurstof. Daarnaast is ijzer nodig voor het immuunsysteem en de spieraanzet. Bij een ijzertekort zijn biggen gevoeliger voor ziekten en vaccinaties slaan minder goed aan. Verder groeien de biggen minder goed en is er meer variatie in de tomen.’
Van Colen: ‘Het testen van de ijzervoorziening gaat heel eenvoudig met een klein druppeltje bloed. Het apparaat waar we dit mee testen geeft direct een uitslag. Voor een goede indruk testen we van tien tomen een lichte, een gemiddelde en een zware big.
‘Metingen bij 2.500 biggen op 89 bedrijven laat zien dat 14 procent van de biggen een groot tekort aan ijzer heeft, bij 47 procent is het krap aan en spreek je van subklinische bloedarmoede, en bij 38 procent is het optimaal.’
Hoe komt dat ijzertekort dan?
Van Colen: ‘Dat kan meerdere oorzaken hebben. Het kan komen door het moment en de manier van toedienen. Weet je zeker dat iedere big de juiste dosering krijgt? Staat het apparaat waarmee je ijzer toedient goed afgesteld? Is er sprake van terugvloei? In welke vorm geef je ijzer, dextraan of gleptoferron, is ook een belangrijke vraag. Gleptoferron is beter opneembaar en als verder alles wel goed gaat, is overgaan naar gleptoferron een optie om de ijzervoorziening te verbeteren.’
Wat is het eindresultaat?
Van Colen: ‘Alle testuitslagen en bevindingen zetten we in het rapport van de Baby Big Health Check. Zowel de zeugenhouder als de bedrijfsdierenarts ontvangen dit rapport. Samen kunnen we dan kijken welke aanpassingen nodig zijn om de gezondheidsstatus van de biggen snel verder te verbeteren. Bijvoorbeeld met een op het bedrijf aangepast vaccinatieschema of een andere aanpak van de coccidiose.’