Rabobank: varkenshouderij kan klimaatdoelen in 2030 halen
Varkenshouders kunnen de gestelde klimaatdoelen voor 2030 halen. Voorwaarde is wel dat varkenshouders de voetafdruk van hun bedrijf in beeld krijgen, stelt de Rabobank. Verder moet er een versnelling komen op het gebied van besluitvorming, wetswijzigingen en vergunningverlening.
'Het belang om aan de slag te gaan met klimaatmaatregelen wordt steeds groter. Ook vanuit de Rabobank zien wij de urgentie om de klimaattransitie samen met onze klanten vorm te geven', zegt Cees van den Bos. Hij is binnen de Food en Agri-tak van de Rabobank themamanager Klimaat.
Van den Bos doelt onder andere op de betrokkenheid van de Rabobank bij innovaties, het financieren van maatregelen, delen van kennis en de rol van de bank binnen de Coalitie Vitalisering Varkenshouderij (CoViVa).
Broeikasgassen
De bijdrage van de varkenshouderij aan het Klimaatakkoord uit 2019 is een reductie van 0,3 miljoen ton CO2-equivalenten en andere broeikasgassen in 2030. Daarnaast heeft de sector de ambitie om 1 miljoen ton CO2-equivalenten extra te reduceren in 2030.
Met Subsidieregeling sanering varkenshouderijen wordt verwacht 0,2 miljoen ton binnen te halen. De resterende 0,1 miljoen ton kan volgens Rabobank goed met technische maatregelen gerealiseerd worden. De uitstoot in de varkenshouderij is voor 80 procent het gevolg van de opslag en verwerking van mest. De overige 20 procent is afkomstig van darmfermentatie.
Mest en voertechnologie
'De opties voor een varkenshouder om de uitstoot te beperken, richten zich op mest en voertechnologie', geeft Van den Bos aan. Met bestaande technologieën kan de uitstoot van emissie via mest met 50 tot 90 procent worden beperkt. Voermaatregelen hebben een reductiepotentie van 6 procent.
De aanpak van emissies begint met het in kaart brengen van de voetafdruk van het bedrijf. 'Zo ontstaat inzicht waar reductiemaatregelen het meest effectief zijn', weet hij. Daarnaast noemt Van den Bos het belangrijk dat varkenshouders zich nu al goed verdiepen in mogelijke oplossingen, de praktische toepasbaarheid en de haalbaarheid ervan. 'Kijk naar wat bij je past.'
Basisscenario
Rabobank ziet twee scenario's om het gestelde doel en de ambitie te bereiken. In het basisscenario wordt een reductie van 0,4 miljoen ton vooral gehaald door een lager aantal dieren (als gevolg van sanering) en technologische maatregelen in ongeveer 15 procent van de stallen. Het tweede scenario gaat uit van versnelde technologie. Daarbij wordt in 60 procent van de stallen brongerichte maatregelen toegepast, die broeikasgasemissies voorkomen.
'Met beschikbare en in ontwikkeling zijnde technieken lijken de doelen uit het Klimaatakkoord haalbaar. De voortgang wordt bepaald door toekomstig beleid en de beschikbare middelen om de transitie te financieren', geeft Van den Bos aan. Op dit moment brengen maatregelen kosten met zich mee die niet zijn in te passen in het bestaande verdienmodel. 'Het is dus van cruciaal belang om varkenshouders te belonen voor maatregelen om emissies te verminderen.'
Besluitvorming en wetswijzigingen
Om de transitie te laten slagen, wijst Van den Bos ook op de rol daarin van overheden, verwerkers en retailers. Hij noemt het van cruciaal belang dat de route naar de doelstellingen voor 2030 en 2050 op sectorniveau duidelijker worden. Op Europees en nationaal niveau vraagt dat om snelle besluitvorming en wetswijzigingen.
Maar daarnaast noemt Van den Bos dat er samen met ketenpartijen actief gezocht moet worden naar verdienmodellen waarmee de emissievermindering kan worden betaald. Tenslotte zijn korte doorlooptijden bij vergunningverlening van belang om succesvolle innovaties vlot naar de markt te krijgen.