Deense biggen hebben vaker PIA
In Denemarken komt vaker PIA voor bij gespeende biggen dan in andere Europese landen. Dat blijkt uit een onderzoek door de Vetsuisse Faculteit in het Zwitserse Bern.
Voor het onderzoek zijn monsters genomen op varkensbedrijven die kampten met diarree. De monsters zijn genomen op 144 bedrijven in Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Nederland en Spanje.
Er zijn zowel monsters genomen bij gespeende biggen als bij vleesvarkens. Uit het onderzoek blijkt dat op 91,7 procent van de bedrijven in een of meer monsters antistoffen zijn aangetoond tegen Lawsonia intracellularis, de veroorzaker van PIA.
Over alle leeftijdsgroepen heen was het aandeel positieve monsters in Denemarken het hoogst met 41,6 procent. Daarna volgen Duitsland met 31,3 procent en Nederland met 24 procent. In Spanje is het aandeel positieve monsters met 15,9 procent het laagst.
60 procent biggen positief
Bij de gespeende biggen was de situatie vergelijkbaar. Daar is 60 procent van de Deense biggen al positief, tegenover 13,3 procent in Duitsland en maar 9,4 procent in Nederland.
Als mogelijke oorzaken voor een hoog besmettingsniveau bij gespeende biggen geldt het houden van biggen in grote groepen van meer dan dertig dieren, de inzet van een hoge dosering zinkoxide na het spenen en een hoog aandeel dichte vloer.