Biggen die in het kraamhok twee verschillende voersoorten krijgen, eten in totaal meer. Het is een van de opties die ervoor zorgt dat meer biggen voor spenen al leren eten. Biggen die voor spenen al goed leren eten, nemen na spenen meer voer op, groeien beter, hebben minder gezondheidsproblemen en gedragen zich beter.
Leren eten in het kraamhok is de belangrijkste maatregel om een speendip te voorkomen. Dat lukt niet zomaar met één maatregel, als je kijkt naar alle kennis die dierwetenschappers Bas Kemp en Liesbeth Bolhuis van WUR in deze presentatie op een rij hebben gezet.
Alle biggen aan eten
Meest recent zijn de resultaten van het onderzoek naar het effect van variatie in voer. De biggen kregen in het kraamhok twee verschillende voersoorten aangeboden. Het voer verschilde daarbij in samenstelling, diameter van de pellet, hardheid, geur en smaak. De voeropname van de biggen stijgt daardoor behoorlijk. In de laatste week voor spenen gaat de opname door een toom biggen omhoog van 250 naar 350 gram per dag. Belangrijk is dat het percentage eters in dit onderzoek stijgt van 81 procent op de dag voor spenen naar 99 procent.
Leren van de zeug
Naast variatie in voer helpt het als de biggen kunnen leren eten van de zeug. Het beste resultaat wordt bereikt als de biggen echt met de zeug mee kunnen eten van hetzelfde voer. Maar in ieder geval is het belangrijk dat biggen leren dat ze tegelijk met de zeug kunnen eten. Het voer mag dan qua samenstelling afwijken, als de geur maar lijkt op die van het zeugenvoer.
Andere opties die helpen zijn gebruik maken van een specifieke geur in het dragende zeugenvoer en tijdens de lactatie. In het voer dat de biggen na spenen krijgen, moet dan diezelfde geur aanwezig zijn. Ook grote pellets voer kunnen de opname in het kraamhok verhogen.
Effect hokverrijking
Een op het eerste oog mogelijk vreemde factor is hokverrijking. Door wroetbare, eetbare hokverrijking te gebruiken, kunnen biggen hun foerageergedrag leren uitoefenen. Dat helpt bij het leren eten en verhoogt de voeropname na spenen. Daarnaast voorkomt hokverrijking dat biggen al in het kraamhok bijtgedrag ontwikkelen. Om deze positieve effecten vast te houden, is ook na spenen een verrijkte omgeving nodig. Naast deze positieve effecten toont onderzoek aan dat hokverrijking een positief effect heeft op de weerstand van de biggen tegen ziekteverwekkers als PRRS en APP. Het aantal biggen met longafwijkingen daalt fors van 57 naar 7 procent.
Lees ook
Meest gelezen
Blogs
'Kan het alstublieft wat minder?'
28-10-2024
'Temperaturen al flink onder nul'
24-10-2024
'Iets met twee kapiteins'
21-10-2024
Bedrijf in Beeld
Partners
20 tips voor succesvol vaccineren
MSD Animal Health
Extra aandacht voor gelten lonend
MSD Animal Health
Stelling
Loading